‘Die dag dat ik hem na dertig jaar weer tegen het lijf liep, daar op de stoep, dat was nog ruim vóór corona… Lees verder
‘Mijn zwagers naderende dood en mijn vriendin C’s verdriet zijn onder mijn huid gekropen en zoals dat altijd gaat met verdriet, heeft het zich aan oud verdriet vastgeklampt tot een nare kluwen die ik even niet meer weet te ontwarren… Lees verder
‘We omhelzen elkaar heel lang en heel stevig en terwijl ik in zijn nek sta te snotteren, snottert hij bij mij terug. Zeg me dat dit geen afscheid voor altijd is… Lees verder
‘Of hij het anders zou doen als hij niet dood zou gaan en zou weten wat hij nu weet? Weer die lach, zijn bekende aanloopje naar een antwoord, terwijl er intussen niet echt iets te lachen valt… Lees verder
‘Ik moet even knipperen bij het zien van zijn gestalte onderaan de trap, want ik had zo ongeveer iedereen verwacht, maar niet mijn ex-zwager… Lees verder
‘Nog hooguit drie maanden te gaan voordat de kanker hem mee gaat nemen, mijn ex-zwager die nog heel veel productieve jaren te gaan zou moeten hebben en op wie ik altijd zo dol was – of eigenlijk ben… Lees verder
‘‘Zout op!’ blaf ik tegen het telefoonschermpje dat me vertelt dat mijn ex belt – en ik laat ‘m bellen totdat ie vanzelf op de voicemail overgaat… Lees verder
‘‘Ik zit er echt heel erg doorheen, heb je vanavond iets?’ Ik huilde nog steeds toen ik vriendin M. belde en vroeg of ze kon komen… Lees verder
‘Dat wat ik mijn ex het meest van alles verwijt, omdat hij me daarmee vol op mijn ziel heeft gestaan, doe ik nu zelf. Met hem ook nog… Lees verder
‘Nee, een watje zou ze haar broer niet willen noemen, want daar zou ze hem toch echt tekort mee doen. Hij heeft een eindeloos engelengeduld, zegt ze… Lees verder
‘Twaalf en veertien zijn ze dus, zijn jongens en hij moet me iets over ze vertellen wat ik niet persoonlijk moet nemen maar waar ik toch maar alvast van schrok… Lees verder
‘Je moet je niet gek laten maken door pappa, hoor mam!’ Ze was boven op haar kamer toen ik tegen haar vader schreeuwde dat ie moest opflikkeren… Lees verder
‘Net als ik erover twijfel om zijn hand te pakken – het is per slot van rekening op klaarlichte dag in mijn eigen buurtje waar ik weet ik veel wie zo maar tegen het lijf kan lopen – slaat hij zijn arm om me heen… Lees verder
‘Dus we hebben allebei een rugzakje en nu is het maar afwachten.’ Hij trekt me tegen zich aan en frunnikt aan mijn haar. Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘Waarom stapte hij er niet uit toen we nog niet gescheiden waren? Dan was ik niet de helft van mijn huis, mijn erfenis, mijn pensioen aan hem kwijtgeraakt.’ Lees verder
‘Ik wil verder met mezelf en met mijn werk en mijn dochter en mijn vrienden. Ik wil niet meer tobben over what if en de kok en zijn fratsen.’ Lees verder
‘‘Hij weet precies hoe hij onder je huid moet kruipen hè?’ Ze vroeg of ze moest komen toen ik haar belde, huilend… Lees verder
‘Liegen en bedriegen dus. Dat is het enige wat je met zekerheid over de kok kan zeggen. En dan heb ik vast nog lang niet alles gehoord, want vanavond staat er een vervolg met zijn ex gepland… Lees verder
‘Toen ik met de ex van de kok uit de kroeg werd gezet omdat alle tl-lampen aangingen en de kastelein naar huis wilde, tolde mijn hoofd van de verhalen… Lees verder
‘Die dag dat ik hem na dertig jaar weer tegen het lijf liep, daar op de stoep, dat was nog ruim vóór corona… Lees verder
‘We omhelzen elkaar heel lang en heel stevig en terwijl ik in zijn nek sta te snotteren, snottert hij bij mij terug. Zeg me dat dit geen afscheid voor altijd is… Lees verder
‘Ik moet even knipperen bij het zien van zijn gestalte onderaan de trap, want ik had zo ongeveer iedereen verwacht, maar niet mijn ex-zwager… Lees verder
‘‘Zout op!’ blaf ik tegen het telefoonschermpje dat me vertelt dat mijn ex belt – en ik laat ‘m bellen totdat ie vanzelf op de voicemail overgaat… Lees verder
‘Dat wat ik mijn ex het meest van alles verwijt, omdat hij me daarmee vol op mijn ziel heeft gestaan, doe ik nu zelf. Met hem ook nog… Lees verder
‘Twaalf en veertien zijn ze dus, zijn jongens en hij moet me iets over ze vertellen wat ik niet persoonlijk moet nemen maar waar ik toch maar alvast van schrok… Lees verder
‘Net als ik erover twijfel om zijn hand te pakken – het is per slot van rekening op klaarlichte dag in mijn eigen buurtje waar ik weet ik veel wie zo maar tegen het lijf kan lopen – slaat hij zijn arm om me heen… Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘Ik wil verder met mezelf en met mijn werk en mijn dochter en mijn vrienden. Ik wil niet meer tobben over what if en de kok en zijn fratsen.’ Lees verder
‘Liegen en bedriegen dus. Dat is het enige wat je met zekerheid over de kok kan zeggen. En dan heb ik vast nog lang niet alles gehoord, want vanavond staat er een vervolg met zijn ex gepland… Lees verder
‘Mijn zwagers naderende dood en mijn vriendin C’s verdriet zijn onder mijn huid gekropen en zoals dat altijd gaat met verdriet, heeft het zich aan oud verdriet vastgeklampt tot een nare kluwen die ik even niet meer weet te ontwarren… Lees verder
‘Of hij het anders zou doen als hij niet dood zou gaan en zou weten wat hij nu weet? Weer die lach, zijn bekende aanloopje naar een antwoord, terwijl er intussen niet echt iets te lachen valt… Lees verder
‘Nog hooguit drie maanden te gaan voordat de kanker hem mee gaat nemen, mijn ex-zwager die nog heel veel productieve jaren te gaan zou moeten hebben en op wie ik altijd zo dol was – of eigenlijk ben… Lees verder
‘‘Ik zit er echt heel erg doorheen, heb je vanavond iets?’ Ik huilde nog steeds toen ik vriendin M. belde en vroeg of ze kon komen… Lees verder
‘Nee, een watje zou ze haar broer niet willen noemen, want daar zou ze hem toch echt tekort mee doen. Hij heeft een eindeloos engelengeduld, zegt ze… Lees verder
‘Je moet je niet gek laten maken door pappa, hoor mam!’ Ze was boven op haar kamer toen ik tegen haar vader schreeuwde dat ie moest opflikkeren… Lees verder
‘Dus we hebben allebei een rugzakje en nu is het maar afwachten.’ Hij trekt me tegen zich aan en frunnikt aan mijn haar. Lees verder
‘Waarom stapte hij er niet uit toen we nog niet gescheiden waren? Dan was ik niet de helft van mijn huis, mijn erfenis, mijn pensioen aan hem kwijtgeraakt.’ Lees verder
‘‘Hij weet precies hoe hij onder je huid moet kruipen hè?’ Ze vroeg of ze moest komen toen ik haar belde, huilend… Lees verder
‘Toen ik met de ex van de kok uit de kroeg werd gezet omdat alle tl-lampen aangingen en de kastelein naar huis wilde, tolde mijn hoofd van de verhalen… Lees verder
Meer lezen