‘Nog hooguit drie maanden te gaan voordat de kanker hem mee gaat nemen, mijn ex-zwager die nog heel veel productieve jaren te gaan zou moeten hebben en op wie ik altijd zo dol was – of eigenlijk ben?

 

 

Drie maanden – en dan nog in het gunstigste geval – om hem nog een keer te kunnen zien en spreken, wat niet gemakkelijk zal zijn gezien zijn vrouw die al jarenlang als een bloedhond van een directiesecretaresse voor zijn deur ligt om iedereen die daar geen verdomd goeie reden voor heeft bij haar man uit de buurt te houden.

 

Hun vaste telefoon is – wat had ik dan gedacht in deze tijd? – opgeheven, hoor ik aan de toon. Dus bel ik om te beginnen haar mobiele nummer dat uiteraard naar de voicemail leidt die ik niet inspreek omdat ik door de jaren heen geleerd heb dat dat geen enkele zin heeft. Zijn mobieltje dan maar, wat eindeloos overgaat zonder zelfs naar een voicemail te leiden. Appen dan maar. Dat ik zo geschrokken ben, dat ik hem gemist heb, dat ik hem zo graag nog eens zie, spreek, voordat het te laat is. Dus of hij iets wil laten horen.

 

Ooit, toen ik nog maar net met mijn ex was, deed ik nog wel mijn best voor haar. Al was het volgens mijn ex onbegonnen werk om tegen een minderwaardigheidscomplex als dat van haar op te boksen. Of haar gedrag uit minderwaardigheid voortkwam of gewoon uit hufterigheid, heb ik nooit echt geweten. Het was de manier waarop zij aan hem gekomen is, die ik nooit goed heb kunnen plaatsen en die me altijd weer aan het twijfelen bracht.

 

Toen mijn zwager, inmiddels lichtjaren geleden, nog met zijn eerste vrouw was en hun zoontje net was geboren, was zij namelijk hun kindermeisje. Hij had haar zelf aan moeten nemen omdat zijn vrouw aan een dijk van een postnatale depressie leed en nergens meer toe in staat was. Het moet gezegd dat de nanny een schot in de roos bleek. Alsof er feitelijk helemaal niets aan de hand was, had ze mijn zwagers huishouden overgenomen, vol overgave gezorgd voor moeder en kind en tenslotte ook maar werk gemaakt van mijn zwager die zich met boter en suiker liet inpakken en zijn vrouw voor de nanny verruilde, die op haar beurt zo verguld was toen de buit binnen was dat ze er sindsdien alles aan heeft gedaan om hem voor zichzelf te houden.

 

Terwijl ik zit te peinzen dat het wel heel raar moet lopen wil ik mijn ex-zwager nog ooit te spreken krijgen, gaat mijn mobiel.

 

‘Mijn lief’ staat er op het scherm.’

 

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.