‘Je moet je niet gek laten maken door pappa, hoor mam!’ Ze was boven op haar kamer toen ik tegen haar vader schreeuwde dat ie moest opflikkeren.

 

 

Zestien is ze al en bepaald niet op haar achterhoofd gevallen, mijn kleine grote meid. Ik kijk haar aan en vraag wat ze bedoelt. Ze zegt dat ik dat heus wel weet en ze heeft gelijk. ‘Je hebt alles gehoord,’ zeg ik. ‘Dat ie me opeens wel weer leuk vindt en zo.’ ‘Niet intrappen.’ Ze zegt het op vlakke toon. Zonder emotie omdat het gewoon een mededeling is waar ik mee kan doen wat ik wil. En toch wil ik weten hoezo, dus vraag ik het. Ze haalt haar schouders op en komt bij me zitten aan de keukentafel. Haar bruine ogen staan helder. Haar haar is lang geworden. Ze houdt haar lippen iets van elkaar – het voorteken van de woorden waar ze nog even op kauwt want dat is wat ze altijd doet omdat ze bedachtzamer is dan ik.

 

Ze zegt dat het weer eens uit is met zijn vriendin – ‘die trut’. Dat het al sinds onze scheiding aan en uit gaat en dat ie tussendoor altijd weer andere scharrels heeft omdat hij nu eenmaal niet alleen kan zijn. Maar dat weet ik natuurlijk al lang. ‘Elke keer als hij weer eens alleen is gaat hij lopen zeuren dat ik weer eens gezellig moet komen logeren.’ In het begin had ze dan medelijden met ‘m maar daar is ze overheen, zegt ze. ‘Want hij denkt uiteindelijk toch altijd alleen maar aan zichzelf.’

 

Nu is het mijn beurt om medelijden te hebben. Ze heeft hier nooit iets over verteld. Ik heb er ook nooit naar gevraagd omdat ik niet eens in de gaten heb gehad dat dit speelde. Laat staan dat ze ermee zat. Van de moeder die altijd in de eerste plaats met haar dochter bezig was ben ik de gescheiden vrouw geworden die vooral met zichzelf bezig was. Ik sta op en loop om de tafel heen om haar vast te pakken. Ik zeg sorry, maar ze zegt dat ze oké is en geen sorry nodig heeft. ‘Echt mam. Ik ben oké en je hoeft je nergens schuldig over te voelen.’

 

De tranen komen vanzelf. Eerst bij mij en dan ook bij haar. Ze staat op van haar stoel zodat we elkaar kunnen vasthouden. Heel stevig en heel lang. De liefde die ik voor haar voel brandt rond mijn borstbeen. Zo intens dat het bijna als pijn voelt.

 

‘Dacht je dat ik je nooit heb horen huilen?’ zegt ze dan. ‘Dat ik niet wist hoeveel verdriet je had en hoe je je best deed om dat voor mij te verbergen en zo gewoon mogelijk te blijven doen?’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.