‘Ik wil verder met mezelf en met mijn werk en mijn dochter en mijn vrienden. Ik wil niet meer tobben over what if en de kok en zijn fratsen.’

 

 

 

‘Niet meer hunkeren naar de verhalen van zijn ex omdat die me zo lekker afleiden van mijn eigen sores. ‘Dat is wat ik wil en zo gaat het gebeuren’, zeg ik tegen vriendin M. die met haar voeten op mijn keukentafel een sigaret zit te roken. ‘Succes ermee. Gaat je lukken! Wedden?’ En dan gaat mijn telefoon en verschijnt de ex van de kok in mijn schermpje. Opnemen of niet? Opnemen!

 

Ze huilt, ze brabbelt de onsamenhangende woordenbrij van iemand die totaal overstuur is, ze snikt en ze snottert. Vriendin M. kan het aan de andere kant van de tafel horen en schiet rechtop met haar voeten weer op de vloer en een nieuwe sigaret in de aanslag. Ik vraag de ex wat er is. ‘Probeer even rustig te worden, adem te halen en vertel me wat er is.’ ‘Hij heeft…’ – het snikken gaat me door merg en been – ‘De klootzak is eruit…’ Eruit? Waaruit? Vriendin M. is om de tafel heengelopen om mee te kunnen luisteren. ‘Waaruit in godsnaam, waar heb je het over?’ En dan wordt ze rustig en komen de woorden er zonder haperen in één keer uit.

 

‘Hij is eruit gestapt. Hij heeft er een einde aan gemaakt. Heel veel drank en heel veel pillen. En hij heeft een brief achtergelaten, de hufter. Treiteren en traineren tot het laatst aan toe.’ Een brief voor haar en ook voor mij. Want als zij en ik er niet waren geweest had hij dit nooit gedaan. Tenminste dat is wat ze dacht te hebben gelezen want zijn hanenpoten waren zo mogelijk nog onleesbaarder dan anders. Kan ik het me voorstellen? De puinhoop die hij achterlaat? Enig idee hoe zijn huis eraan toe was toen ze hem vonden?

 

‘Ze? Wie hebben hem dan gevonden?’ ‘De bovenburen. Omdat hij de muziek tijdens zijn dramatische afscheid zo hard had aangezet dat die arme mensen er na een uur niet meer tegen konden en maar eens een verdieping afdaalden om aan te kloppen.’ Ik snap het niet meer. Hoe konden die mensen aankloppen als hij al dood was? ‘Hij kon toch niet opendoen?’ ‘Nee, natuurlijk niet.’ Ze begint weer te huilen. Vriendin M. en ik houden het ook niet droog en huilen met haar mee.’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.