‘Meende je gisteren wat je zei? Dat je hier wilt blijven wonen?’

Artikel beeld

Hoofdstuk 19

Als ik toep, toept Hugo over. Zo was het en zo zal het altijd zijn. In een nanoseconde zag hij zijn kans schoon om me de pas naar mijn eigen weg af te snijden door zich in te laten vallen dat hij misschien wel zelf in ons huis wil blijven wonen en aan de schrik in mijn ogen wist hij dat hij beet had. Zijn woorden dreunen die hele zondagavond na en in de nacht op maandag komen er beelden bij van de ‘andere vrouw’ die mijn huis overneemt met de snelheid waarmee Hitler zijn blitzkrieg voerde. Haar handen steunen vergenoegd op het blad van mijn keukeneiland dat nu haar domein is. In de badkamer staan haar potjes en flesjes als soldaatjes opgelijnd op wat mijn planchet boven mijn wastafel is en in wat mijn deel van de inloopkast heet, liggen en hangen nu haar kleren. Ze heeft niet alleen mijn huis ontzield maar mij erbij, want terwijl ik mijn spullen pakte om naar elders te verkassen nam zij in mijn gedachten rücksichtslos mijn leven over. Niet alleen als de vrouw van Hugo maar ook, als het haar zo uitkomt, als de moeder van Chrissy en vooral dat laatste jaagt me de stuipen op het lijf.

Ik zing het die hele lange maandag uit tot ergens in de loop van de middag. Dan kan ik de behoefte om Hugo te spreken niet langer bedwingen en pak ik de telefoon. Bijna tot mijn schrik neemt hij, net als gisteren, meteen op.

‘Dat verbaast me niks,’ hoor ik hem zeggen.

‘Wat?’

‘Ik verwachtte je telefoontje al dus zeg het maar.’

‘Kunnen we ons gesprek van gisteren nog een keer overdoen? Oppakken? Afronden?’ Mijn stem kan mijn gemoedstoestand onmogelijk verraden hebben, want die had ik onder controle.

‘Vanavond?’

Ik zou nattigheid moeten voelen met zo veel inschikkelijkheid maar ik ben te gretig om de boot af te houden.

‘Uur of zes? Dan zie ik Chrissy ook nog even.’

‘Uur of zes. Eet je mee?’ Was ik dit écht zelf die dat vroeg?

‘Ja lekker.’

Chrissy schept als altijd twee keer op van de spaghetti met gehaktballetjes in tomatensaus en gooit er als altijd een lading Parmezaan overheen om u tegen te zeggen. Ze bunkert zonder woorden. Net zoals ze Hugo zonder veel woorden begroette en na het eten zonder woorden voor de televisie gaat zitten. Ze staat net op om naar bed te gaan als Hugo’s telefoon overgaat. Hij kijkt even op zijn schermpje en drukt het gesprek weg. Onderweg naar boven op de trap hoor ik zijn telefoon alweer overgaan.

‘Wat komt pappa doen en waarom bleef hij eten?’ vraagt Chrissy. ‘Is het weer goed tussen jullie?’

‘Zou je dat fijn vinden?’

‘Weet ik niet. Maar ís het weer goed?’

Zoals ze wel vaker doet de laatste tijd wacht ze het antwoord niet af en is ze alweer in de badkamer. Tijdens het voorlezen zijn we er allebei niet bij. Als ik het verhaaltje afgedraaid heb ligt ze al op haar zij met haar gezicht naar de muur.

‘Dag lieverd. Welterusten.’

Ze steekt alleen haar hand op naar me en hoewel ik weet dat ik nu bij haar zou moeten blijven om haar gerust te stellen en om haar te laten voelen dat ik er voor haar ben, ga ik terug naar beneden. Onderweg op de trap hoor ik zijn telefoon voor de zoveelste keer overgaan en even daarna weer.

‘Moet je niet opnemen?’

‘Hadden wij niet iets te bespreken?’

‘Meende je gisteren wat je zei? Dat je hier wilt blijven wonen?’

‘Heb je daar problemen mee?’ Dit keer heeft mijn stem me wel degelijk verraden.

‘Ja.’

‘Want?’

‘Ik heb me vannacht een voorstelling gemaakt van haar – ik wijs naar zijn telefoon om haar te duiden – in mijn huis.’

‘Waarom zou je dat doen?’

‘Dat doe ik niet. Dat overkomt me. Het gaat met me op de loop. En zij hier, dat mag niet Hugo. Zij hier met jou en Chrissy. Dat kan niet. Dat verdraag ik niet.’

Hij staat op van zijn stoel en loopt om de tafel heen. Achter mijn stoel blijft hij staan. Zijn handen raken mijn schouders en blijven daar rusten. Ik wil hem wegduwen en naar me toe trekken tegelijk. Hij sjort me overeind uit mijn stoel. Als een slappe pop kom ik tegen hem aan te hangen. Ik snuif zijn geur en voel zijn hartslag onder mijn hand die langzaam de huid van zijn hals streelt. Deze man is alles wat ik ken en ik heb hem nog even hard lief als ik hem haat. Voordat ik de tranen uit mijn ogen voel ontsnappen, veegt hij ze al van mijn wang.

‘Kom nou toch eens hier,’ sust hij. Als hij me tegen zich aandrukt is alles vergeten en glij ik een luchtledigheid waar de tijd heeft stilgestaan. Heel even zijn we weer samen alsof er niets voorviel. De laatste drie-en-een-halve maand zijn gewist alsof ze niet bestonden.

En dan gaat zijn telefoon voor de – wat zal het zijn? –  vijfde keer over.

‘Waarom zet je dat ding niet uit?’

‘We gaan dit netjes oplossen Britt.’ De betovering is verbroken. Hij duwt me zachtjes van zich af. Hij is terug op aarde, waar ik nog niet ben. Pas als hij even later de deur achter zich dicht heeft getrokken en de stilte van het grote huis als vanouds op me neerdaalt, besef ik dat ik mijn hart zojuist weer lelijk toegetakeld is. Het was mijn hoofd dat zei dat ik de scheiding geregeld wil hebben, maar mijn hart is er nog niet klaar voor. Deze man zit onder mijn huid en in al mijn vezels. Net als een alcoholist die na één slok weer verslaafd is aan de fles, ben ik na één aanraking en één snuif van zijn geur weer verslingerd aan de man.

 

Benieuwd hoe het begon?

 

Klik dan hier voor deel 1.//klik hier voor deel 2.// klik hier voor deel 3. // klik hier voor deel 4. // klik hier voor deel 5. // klik hier voor deel 6. // klik hier voor deel 7. // klik hier voor deel 8. // klik hier voor deel 9. // klik hier voor deel 10. // klik hier voor deel 11. // klik hier voor deel 12. // klik hier voor deel 13. // klik hier voor deel 14. // Klik hier voor deel 15. // Klik hier voor deel 16. // klik hier voor deel 17. // klik hier voor deel 18.

 

‘We moeten praten,’ is een semi autobiografisch verhaal over radeloos verdriet en verlies, over verlaten worden en bedrogen uitkomen; kortom een verhaal over een huwelijk dat gedoemd is om te stranden. Het is ook een verhaal over opkrabbelen, opnieuw beginnen, fouten maken en vergissingen begaan, onderuitgaan en uiteindelijk over healing. Iedereen die ooit heeft geleden aan een gebroken hart door een verloren liefde zal zich in het verhaal kunnen herkennen en er troost uit kunnen putten. Want hoewel geen enkele scheiding hetzelfde is, zijn de worstelingen en het verdriet wel degelijk universeel.

 


Geschreven door: Britt Bottelier

 

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl
newsletter image
newsletter close button newsletter image
Word jij ook gezellig
Franska vriendin?
Zo maak je kans op
prijzen en uitjes!