Strekken meisjes!

 

Wieke: Wat ik dus niet wil, is zo’n papegaai boven mijn bed. En als je zou zien hoe ik overeind kom als ik op de grond heb gezeten… Aan de slag dus: spieren kweken in de rimboe, zo doe je dat!

 

 

Waarschijnlijk heeft mijn man een journalist opgebeld en gezegd: ‘Wil jij een beetje bijbeunen? Niet over lullen, maar jij krijgt van mij een leuk partijtje euro’s, als jij een gruwelijk artikel schrijft over spierverlies bij De Ouder Wordende Mens. Met lekker veel nare plaatjes erbij.’ Ik weet zeker dat het zo is gegaan. En toen las hij me dat voor, vanaf zijn telefoon. Over hoe erg het is als je vanaf je vijftigste uitsluitend zit te vegeteren achter je laptop. 

 
Ineens werd ik toch bang. Zit ik op de grond, dan wil je niet weten hoe ik overeind kom. Het gáát, maar elegant is anders. Eerst op je knieën, dan op je handen steunen, kont omhoog, enzovoort. Gelukkig zie ik het zelf niet, maar het moet een afschuwelijk gezicht zijn. Nog niet zo lang geleden stond ik gewoon op en nu is het ineens een onderneming. ‘Jaja,’ zegt man, ‘dat heb je er nou van.’ Die zin haat ik. Maar ondertussen is het helaas waar.

 

Niet sjoemelen! Alsof ik juf Wienbelt weer hoor schreeuwen

 

Spieren kweken dus. Dat moet echt, wil ik niet voortijdig zo’n papegaai boven mijn bed krijgen, dat ding waaraan je je kunt optrekken. Of een looprekje, voor het geval je onderuit gaat. En een traplift. En vast nog veel meer dingen die jouw smeltende spierkracht moeten overnemen. Die papegaai zou ik trouwens wel willen, maar dan een echte, voor een beetje aanspraak.

 
Genoeg geëmmerd over wat ik allemaal niet kan. Actie! Ik herinner me een moordende oefening. Die moesten we op school al doen bij juf Wienbelt, die ons twee keer per week martelde. Met je rug tegen een muur staan en naar beneden zakken tot je knieën een hoek van negentig graden vormen. En dan zo lang mogelijk die houding volhouden. Ik ga eerst mijn benen op hun oude sterkte terugbrengen. Gewichten moet ik hebben, maar hoe kom ik eraan in de rimboe? Petflessen! Ik vul ze met water en stop ze in een stevige plastic zak met een oude hondenhalsband eraan. Ik geef toe, dit speeltje behoeft nog enige verfijning.

 
In een stoel zitten. Zak om been binden. Tien keer heffen dat been én gestrekt houden! Andere been! Strekken meisjes! Niet sjoemelen! Alsof ik juf Wienbelt weer hoor schreeuwen. Nu het rug-tegen-muur-kunstje. Het ultieme doel? Dat mijn man weer zo’n krengerig artikel voorleest en dat ik dan zeg: ‘Wat is nu precies je punt?’ terwijl ik achteloos op mijn handen voor zijn neus door de kamer loop.

 

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.