Nederlandse vrouwen massaal parttime

 

Miloe heeft daar zo haar ideeën over. Want het draait heel ergens anders om namelijk. 

 

 

Mijn eigen geld verdienen. Ik heb het altijd gezien als noodzaak. Het zal gedeeltelijk opvoeding zijn, en gedeeltelijk karakter. Vanaf mijn dertiende had ik baantjes, op mijn 26e kocht ik mijn eigen huis in Amsterdam. Toen ik bijna tien jaar later moeder werd, werkte ik voor het eerst in jaren even niet. Tot mijn zoon drie maanden was: ik moest en zou weer aan de slag. Dat ik als zelfstandige geen uitkering kreeg tijdens mijn zwangerschap, speelde  daarbij zeker een rol. Helaas bleek de geboorte van mijn zoon samen te vallen met een economische crisis, opdrachtgevers hielden de hand op de knip. Ik raakte in paniek. Werk was mijn houvast, mijn eigen geld verdienen gaf me eigenwaarde. Mijn man, die na de geboorte van onze zoon een dag minder was gaan werken, troostte me: ‘het geeft toch niet, ik verdien toch genoeg voor ons allebei?’ Zijn goedbedoelde woorden maakten me boos, wat deed dat ertoe? Ik wilde voor mezelf kunnen zorgen. 

 

Natuurlijk kwamen er weer opdrachten. Maar de journalistiek is nou niet een vak waar je je bankrekening mee spekt, in tegenstelling tot het vakgebied van mijn man die de afgelopen jaren de ene na de andere carrièrekans kreeg. Hij ging weer fulltime werken, we kregen nog een kindje en onze inkomensverschillen namen toe. Net als onze ruzies over geld. Want ook al droegen we naar rato af aan de gezamenlijke rekening, toch voelde ik me minderwaardig. Omdat ik minder verdiende. Meer zorgde. We discussieerden ons suf: wie haalt wanneer de kinderen, wie kan wanneer werken, wie mag wanneer zijn ambities waarmaken?

 

Het Sociaal en Cultureel Planbureau concludeerde deze week dat Nederlandse vrouwen massaal parttime werken, en daardoor vaak niet hun eigen broek op kunnen houden. Vooral in de categorie 30 tot 35 jaar is het verschil groot: nog geen 70 procent van de vrouwen is economisch zelfstandig tegenover ruim 80 procent van de mannen. Is dat erg? Ja zeggen veel mensen, gaat het mis met de relatie en je moet het als vrouw alleen doen, dan val je vaak ver terug in inkomen. Helemaal waar, maar ik zie ook wat anders. Twee carrières leiden vaak tot competitie, tot ieder voor zich. De zorg voor kinderen lijkt daarin het minst belangrijk, en hen begeleiden bij het opgroeien wordt zwaar ondergewaardeerd. Zoals de vrouw die laatst in een café laatst tegen haar tafelgenoot zei dat ze de kinderen ‘meer ging outsourcen naar de opvang zodat ze meer kon gaan werken.’ 

 

Het heeft wat jaren gekost, maar ik prijs mezelf gelukkig dat ik de balans heb gevonden. Dat ik een stuk tik en mijn dochter in de kamer ernaast tegen haar vriendin hoor zeggen dat zij nu de moeder wil zijn die naar haar werk moet. Ik ben blij dat ik een paar keer per week op het schoolplein sta en zie met welke gezichtsuitdrukking mijn kinderen naar buiten komen. Ik geniet me suf als ik op de fiets naar huis hoor over werkjes, teleurstellingen, ruzietjes. Ik ben ook blij dat mijn man weer vier dagen werkt. Dat we de tijd hebben. Het draait niet om hoeveel we werken, of wie hoeveel verdient, maar hoe we het kunnen indelen. Wat we elkaar gunnen. Dat je je kinderen mag laten ervaren dat je als gezin verbonden bent met elkaar. Dat je op elkaar mag leunen. Wat voor mij een stuk moeilijker bleek dan onafhankelijk zijn.

 

 

Freelance journalist Miloe van Beek is wars van mooie plaatjes, en altijd op zoek naar het echte verhaal. Ze is chronisch chaotisch, heeft geen enkel paar dezelfde sokken, maar wel twee luidruchtige kinderen, een ongehoorzame hond, twee katten en een man met een carrière.