‘Sinds wij elkaar – nu vier volwassen kinderen en drie huizen geleden – tegenkwamen was hij op en top míjn vent. Een partij om vol trots achterna te lopen en dat bedoel ik in alle opzichten. Ook toen het vijf jaar geleden plotseling heel erg bergafwaarts ging met zijn zaak veranderde dat niets aan mijn gevoelens voor hem. Het was me nooit in de eerste plaats te doen geweest om zijn succes, maar om de man zelf. Daarom kon ik financiële tegenslag in eerste instantie heel goed handelen en lag ik er niet wakker van om het met minder te moeten doen. Totdat de bodem van de financiële put echt in zicht kwam en ik achtervolgd werd door onbetaalde rekeningen.

 

‘We moeten praten’, zei ik op een ochtend. Ik moest me geen zorgen maken want dit ging heus wel goedkomen, was zijn reactie. Hoe? Dat kon ik maar beter aan hem overlaten. En daarmee was de kous af. Toen ik het na een paar dagen opnieuw bespreekbaar probeerde te maken reageerde hij geïrriteerd dat ‘dit gezanik niet bijdroeg aan een oplossing en dat hij al genoeg aan zijn hoofd had’. Het was me duidelijk dat hij het nergens over wilde hebben en zijn kop in zand stopte. Die eigenschap kende ik natuurlijk best wel van hem, maar het maakte nooit zo uit omdat het nog niet eerder over grote issues ging – en nu wel. 

 

Via via kon ik aan een baantje komen. Alles beter dan niets, maar in ons geval de spreekwoordelijke druppel op de gloeiende plaat want onze schulden waren zo hoog opgelopen dat het betalen van de hypotheek op een gegeven moment niet meer lukte en ik bij mijn ouders moest aankloppen. ‘We moeten nu echt praten’, zei ik na de eerste lening. Hij barstte uit in een soort woede die ik nog nooit van hem had gezien. Zo heftig dat ik er bang van werd. Die reactie bevestigde de ernst van de situatie. Maar nog erger dan dat is dat er nooit een oplossing komt als we die niet samen kunnen zoeken. Ik kan namelijk zijn auto niet verkopen zonder zijn toestemming en ook ons huis niet zomaar op Funda zetten.

 

Inmiddels praten we helemaal nergens meer over en is er in mijn perceptie niets meer over van die partij om vol trots achterna te lopen. Ik maak me alleen nog maar zorgen. Over hem, over ons, over onze toekomst en vooral over of we nog wel een toekomst hebben. Ook zonder aanleiding ontsteekt hij al in blinde woede. Noem het onmacht, noem het gezichtsverlies, schaamte, een gekrenkt ego of ga er desnoods van uit dat hij hartstikke overspannen is. Feit is dat we inmiddels zo ver zijn afgegleden dat zelfs boodschappen doen om eten te kopen nog amper gaat en dat ik morgen heel hard zou weglopen als ik enig idee had over waar naartoe – maar dat heb ik niet. En geld om te scheiden is er al helemaal niet.’

 

 

Mirabels naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.