Zuster Tinus, deel 4

 

‘Wat zie jij wit,’ zei mijn vriendin die even snel op de koffie kwam.

 

 

 

Als mantelzorger is het niet zo fijn dat je de hele dag thuis moet blijven, en dan is het best fijn dat er ook eens iemand speciaal voor jou komt. Echt! Dat voelt heel lekker.

 

Mijn man krijgt nu natuurlijk veel bezoek, maar die bezoekers spreek ik zelf eigenlijk nauwelijks. Ik ga dan namelijk koffiezetten en koekjes pakken, terwijl hij het hele verhaal aan de visite vertelt. In het begin vond ik dat zelfs irritant. Want het heeft lang geduurd voordat ik wist hoe nou het hele verhaal in elkaar zat. Wat was er nou precies mis gegaan tijdens die zo ellendig geëindigde motorrit? En was hij nou met die helikopter naar het ziekenhuis vervoerd, of toch nog in de ambulance geschoven? Ik wist lange tijd helemaal niks. Niemand kon mij iets vertellen, en manlief zelf was het na de operatie allemaal kwijt.
Voor de operatie heeft hij nog kunnen vertellen wie hij was en wat er gebeurd was, en daarna is daar dan ineens een hele blinde vlek. Raar, hè, wat je brein dan met je doet!?!

 

Maar langzaam komen er nu toch weer stukjes terug, alleen merk ik dat pas als hij zijn verhaal aan anderen vertelt. Ik laat hem ook maar een beetje met rust erover. Hij is vaak nog best emotioneel, en behoorlijk moe ook. Dat verhaal dat komt wel een keer, denk ik dan steeds. Maar als hij erover vertelt aan anderen wil ik eigenlijk wel even meeluisteren.

 

Alleen sta ik dan vaak net weer even in de keuken. Heel onhandig. Zeker toen de mensen die hem hadden bijgestaan langskwamen had ik graag even gehoord wat er nou allemaal gebeurd was. Maar die gingen ook al meteen los, samen met hem, terwijl ik nog naar het herrie makende koffieapparaat op het aanrecht stond te luisteren. Al hebben ze me later wel een beetje bijgepraat, gelukkig. En dat was al schrikken genoeg, kan ik je vertellen.

 

Maar goed, nu kwam een vriendin die al een aantal malen voor manlief was langsgekomen, dus alleen even naar mij kijken. Lekker hoor, even aandacht voor jou alleen.

 

‘Wat zie jij wit,’ riep ze alleen meteen. En toen dacht ik nog: ja, wat heb ik daar nou aan? Ik wil horen dat ik een doorzetter ben. Een Florence Nightingale. En dat ik juist mooi ben, er goed uitzie, en dat het een wonder is dat ik dit allemaal klaarspeel. Maar niet dat ik wit zie, ja!

 

Dus diezelfde middag besloot ik daar meteen iets aan te doen! Toen manlief lag te slapen, ben ik niet de was gaan ophangen, maar stiekem even naar buiten geslopen om van het mooie weer te gaan genieten. Heb ik heel zachtjes een lekkere stoel uitgeklapt waar ik in kon liggen. Zo eentje met een rolletje in mijn nek. Hmmm. Ik heb hem naar de zon gedraaid, ben er in gaan liggen, voelde hoe moe ik eigenlijk was, genoot van het zonnetje op mijn gezicht, luisterde nog even of ik mijn man nog hoorde snurken, en …

 

En toen dus niks meer. Toen ben ik helaas in slaap gevallen.

 

En de volgende dag kwam mijn vriendin alwéér langs. Even checken of het nog wel goed ging met mij.

 

En wat denk je dat ze zei?

 

Juist!

 

‘Wat zie jij rood!’

 

Want ik ben me toch een partij verbrand!

 

Dom, hè?

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke