Wraak op de weegschaal

 

O, jee. Over een paar weken is het zover. Dan moet ik “er weer uitzien” en ik kijk daar niet naar uit.

 

 

Ja, wel naar de tijd dat alles weer kan en mag, natuurlijk. Maar niet naar de tijd die daar dus aan vooraf dient te gaan. Die van de strijd die ik – naast die tegen corona – ook nog zelf veroorzaakte: die tegen de kilo’s!

 

Tegen corona strijd ik al dik een jaar dapper mee. De strijd tegen de bestrijders van de regels om corona te bestrijden heb ik maar opgegeven, en de strijd tegen mezelf ben ik lekker even niet aangegaan. Ik heb het mezelf afgelopen jaar juist makkelijker proberen te maken door niet óók nog tegen de kilo’s te gaan strijden. Ik las overal dat je lief voor jezelf moest zijn, dus dat heb ik toen maar gedaan.

 

En het troost-eten is me goed gelukt, dus daarom kamp ik nu met groei. Het aantal calorieën moet omlaag, de kilo’s naar beneden en de BMI er weer onder.

 

BMI??… Ben Mager Inderdaad? BenedenMaatse Influencer? Of BovenMatig Irritant? Want daar gaat dit voor mij wel een beetje over. Ik vind het maar irritant dat het troost-eten nu niet meer mag als het me tegenzit. Dan ben ik dus al zielig, en dan mag ik van de voedingsmeter mezelf niet troosten, terwijl ik van de geluksmeter mezelf moet koesteren. Ja, hoe dan?

 

Een eeuwige strijd blijft het. Ik heb er dit roerige jaar weer acht gezellige kilo’s bijgeknabbeld. Acht! Ik ben dus niet alleen groter geworden, maar ook kleiner gaan wonen. Want alles is krapper. Mijn broeken, tops, stoel, jas, gang, bed, keukentafel: alles. En ik ben dus vorige week alvast maar begonnen met de voorbereiding op de onvermijdelijke afschaffing van die stomme lockdown. Want als ik straks weer op een terras mag zitten, dan is het natuurlijk wel de bedoeling dat iedereen die langsloopt zegt: ‘Hé, Tien! Hoe is het met jou dan?’ En als ze dan verder lopen, wil ik dat ze mompelen: ‘Zoooo, hé, die ziet er goed uit!’

 

Maar ik schat dus in dat ik zo’n zeven jaar nodig heb om dat te bewerkstelligen. Want na één weekje afzien, lijden en strijden nam ik gisteren meteen de tijd om mezelf te belonen met nieuwe cijfers. De besmettingscijfers lopen steeds op, dus moest de weegschaal dat voor mij nu maar goed gaan maken. Die moest minstens een kilo minder aangeven dan hij de week daarvoor nog had geroepen. Het kon niet anders na al dat lijden!

 

De nieuwe cijfers zouden het geluid van mijn maag gaan overschreeuwen, want dat hongergevoel stond voor afvallen, zo had ik mezelf wijsgemaakt. En ik hoopte op een kilo minder, maar rekende – gezien de honger en de bijbehorende geluiden – op wel anderhalf tot twee kilo.

 

En wat denk je? Een pond!

 

En dan niet eraf, maar erbij!!

 

Tsja… dat vraagt om wraak natuurlijk. Wraak op de weegschaal! Ik heb dus een pak reuzemergpijpen opengerukt en die even goed voor het schermpje van de weegschaal gehouden. Na-na-na-na-naaa-na!

 

Even de bloeddruk naar beneden geholpen door de woede in mijn lijf te dempen. En om de lichtheid in mijn hoofd te reguleren nog maar een mergpijp, want een beetje suiker wil dan nog weleens helpen. En omdat ze zo lekker waren nam ik nummer drie toen ook. En omdat ik toen trots was op het feit dat ik mezelf zo goed kon troosten, pakte ik nummer vier ook maar. En tsja… aangezien er maar vijf in het pak zitten en ik het zo’n gedoe vind om die ene dan weer in dat plasticje terug te frommelen…

 

Nou ja, je begrijpt het. Volgende week maar weer opnieuw beginnen. En nog een lange strijd te gaan.

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke