Blij met de koude kanten?

 

Wieke was vastbesloten: ze zou later een geweldige schoonmoeder worden. Want toen ze zag wat voor een schoonmoeder haar eigen moeder werd, besloot ze: dat moet ook anders kunnen.

 

Later zou ik de ideale schoonmoeder worden, nam ik me voor, na een reeks wonderlijke potentiële schoonmoeders achter me gelaten te hebben. Eentje kocht zelfs kleren voor me, omdat ik geen smaak had (zei de verkering) en ze ging mee om trouwringen te kopen. Omdat ik vast zo’n ielig ringetje zou uitzoeken. En dat zou gek staan om de worstvingers van haar enige zoon en apengatje. Die man was verliefd op zijn moeder. Net op tijd kwam ik bij zinnen en gaf ik ze hun gouden wagenwiel terug. Mijn eigen moeder was een schoonmoeder die bij de eerste kennismaking zei: ‘Doe alsof je thuis bent’. Maar als ze dat deden, was dat een grote fout.

 

Broer, zus en ik kwamen uiteindelijk met de ware thuis. Dáár dacht mijn moeder anders over. De nieuwe schoondochter was te voortvarend, de aanstaande van mijn zus te stil en die van mij was vier jaar jonger dan ik. Ze waarschuwde me tot vervelens toe voor de rampzalige gevolgen van zo’n enorm verschil. ‘Hij laat jou zitten voor een jonge meid, omdat hij na een paar jaar genoeg heeft van die ouwe geit die thuis op hem wacht,’ zei ze. Toen ik schreeuwde dat ze haar tetter dicht moest houden, schrok ze daar behoorlijk van, omdat ik haar meestal liet kletsen en ondertussen aan wat anders dacht – wat ook effectief is bij andere soorten van eenzijdig verbaal wapengekletter.

 

Het kwam uiteindelijk goed. Maar wat je niet verpest met dat zinloze gejammer vooraf

 

Daarmee hield ze op toen we getrouwd waren. Toen was er niks meer aan te doen, zal ze hebben gedacht. Het kwam uiteindelijk goed met de drie kouwe kanten. Maar wat je niet verpest met dat zinloze gejammer vooraf. Mijn echte schoonmoeder, de laatste in de rij, was een schat. Zij liet haar vier schoondochters voelen dat ze blij met ons was, zoals we waren. Aan haar denk ik terug, nu ik zelf leuke, sprankelende schoondochters heb. Soms kruipt die bemoeizieke schoonmoeder nog weleens mijn brein binnen. Dat heeft er toch ingehakt. En dan zeg ik hardop tegen haar: ‘Mijn zonen hebben smaak en dat hebben ze mooi van mij!’

 

 

Door Wieke Biesheuvel

 

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

 

witte-balk-met-bol-wieke