Wie is de vader van Teun?

 

De zoon van Belinda lijkt totaal niet op zijn vader. Ze hebben veel ruzie met elkaar en daar is misschien wel een heel goede reden voor.

 

 

‘Voor de zoveelste keer deze week wordt de voordeur met een klap dichtgegooid. Dan hoor ik het snerpende geluid van een scooter die met een noodgang wegrijdt. Met een zucht gooi ik de deur van de wasmachine dicht en loop naar beneden.

 

Jochem, mijn man, staat in de keuken en leunt tegen het aanrecht. Ik zie de spanning rond zijn kaken en als hij zijn gezicht naar me toedraait weet ik al hoe laat het is. Hij had weer ruzie met Teun, onze zoon.

 

Het klinkt heel treurig maar dat is eigenlijk altijd zo geweest. Die twee liggen elkaar gewoon niet. Al sinds Teun klein is valt het me op dat Jochem hem heel anders behandelt dan onze dochter Fleur. Met haar heeft hij veel meer geduld en hij kan ook veel meer van haar hebben. Daar waar Fleur met bepaald gedrag makkelijk wegkomt, krijgt Teun altijd straf van Jochem. Ik word er soms gewoon moedeloos van.

 

Diep van binnen ben ik bang dat ik heus wel weet wat de oorzaak daarvan is. Maar zeker weten doe ik het niet. Ik ben bang dat Jochem mijn grote geheim aanvoelt. Dat hij onbewust weet dat Teun zijn zoon niet is.

 

Vlak voor ik zwanger werd van Teun gingen Jochem en ik door een lastige periode. Jochem was in de war en wist niet of hij nog wel met mij verder wilde. Daar was ik heel erg verdrietig om. We hadden veel ruzie en hebben zelfs een tijdje apart gewoond. In die periode ging ik, om mijn verdriet te vergeten, veel uit met vriendinnen. Tijdens een van die stapavondjes ben ik met iemand met wie ik een leuke avond in de kroeg had in bed beland.

 

Ik ben er niet trots op maar het gebeurde gewoon. De volgende ochtend heb ik mijn kleren bij elkaar gezocht en ben ik zachtjes vertrokken terwijl hij nog lag te slapen. Het stelde niks voor, dacht ik, en na die nacht heb ik hem nooit meer gezien.

 

Twee weken later kwamen Jochem en ik weer bij elkaar. Dolgelukkig was ik, want met Jochem wilde ik oud worden. Maar toen ik even later zwanger bleek te zijn schrok ik enorm. Jochem was zo blij en vroeg me diezelfde avond nog ten huwelijk. Maar diep van binnen wist ik niet zeker of Jochem ook de vader van mijn ongeboren kind was. Tijdens mijn zwangerschap dacht ik er veel over na of ik Jochem de waarheid moest vertellen. Maar ik kon het gewoon niet, bang dat hij alsnog bij me weg zou gaan.

 

Toen Teun eenmaal geboren was zei mijn schoonmoeder dat hij precies op Jochem leek. Dat was voor mij een enorme geruststelling. Zie je wel, dacht ik, Jochem is de vader en daarmee was het klaar. Maar de afgelopen jaren steekt de twijfel toch af en toe de kop op. Teun lijkt eigenlijk helemaal niet op zijn vader, het lijken wel twee totale tegenpolen. Jochem is een grote, sportieve man terwijl Teun een tenger postuur heeft en veel liever een boek leest.

 

Er is werkelijk niets waar die twee elkaar in vinden. Jochem nam Teun bijvoorbeeld altijd mee naar het voetballen, maar daar vond Teun niks aan. Die arme jongen stond zich dan dood te vervelen langs de lijn terwijl Jochem zich kapot ergerde aan het gedrag van zijn zoon. Ze kwamen dan altijd met ruzie thuis en dan was Jochem gefrustreerd omdat zijn zoon duidelijk niet van sport houdt. Hij heeft zelfs ooit bij wijze van grapje gevraagd of Teun wel zijn kind was. Je moest eens weten, dacht ik toen geschrokken.

 

Inmiddels is Teun zeventien en zal het niet lang meer duren voor hij op kamers gaat. Ik kan niet anders dan de conclusie trekken dat hij niet de warme band met zijn vader heeft gekregen die ik hem zo gegund had. Zoals Jochem die wel met onze dochter heeft. Daar ben ik soms erg verdrietig om. Zeker na zo’n ruzie als vandaag word ik weer flink met mijn neus op de feiten gedrukt. Maar dat dat mijn eigen schuld is, omdat Jochem misschien niet zijn vader is, dat vind ik nog wel het moeilijkste…’