Wacht even

 

Ik heb iets besteld via internet. Gisteravond om 22.22 uur. Vond ik een grappig gegeven.

 

 

 

En nu komen ze dat vandaag tussen 10.00 uur en 15.30 uur bezorgen. Maar dat vind ik minder grappig.

 

Tussen 10.00 en 15.30 uur zit eigenlijk genoeg tijd om het zelf even te gaan halen. Om een uur in de file te gaan staan om bij die winkel te komen, daar aangekomen de parkeermeter op mijn mobiel te activeren, vervolgens anderhalf uur te gaan zoeken in de bewuste winkel, nog even te twijfelen en het dan tóch te kopen, daarna twintig minuten in de rij bij de kassa te gaan staan, mijn parkeerapp weer uit te schakelen, en dan weer een uurtje terug te rijden.

 

Als ik dan thuiskom, heb ik toch nog een uur gewonnen!

 

En ik weet natuurlijk heus wel dat ik thuis gewoon door kan gaan met mijn werk. Dat ik thuis de was kan ophangen, wat me niet lukt als ik in een winkel loop. Maar me concentreren op mijn werk vind ik altijd lastig met op de achtergrond het gevoel dat ik de bel in de gaten moet houden. En als ik de was besluit op te hangen terwijl ik zit te wachten op de postbezorger, dan komt zo’n man of vrouw steevast aan de deur als ik net op zolder arriveer. Ik sjees dan weer naar beneden, maar ben dan altijd te laat. Wachten, daar doen ze namelijk niet aan, die jongens en meiden waar je op moet wachten.

 

Dus dan ligt er weer een briefje in de brievenbus met de mededeling dat ik mijn pakketje kan ophalen op een plek waarvoor ik de deur uit moet. En ook dán kun je je dus afvragen of laten bezorgen nog iets oplevert.

 

Zeker als je belafspraken hebt. Een overleg, interview, of consult: het gaat tegenwoordig best vaak telefonisch (al dan niet met een schermpje erbij). En écht, je kunt de klok erop gelijkzetten… als ik dan inlog of de telefoon opneem, dan gaat de bel.

 

‘Kun je even wachten?’ vraag ik dan aan degene die ik aan de lijn heb. ‘Er is iemand aan de deur’, verduidelijk ik dan nog even.

 

Maar eigenlijk vind ik het onbeschoft naar mijn collega, klant of arts toe. Die heeft namelijk een afspraak op een bepaald tijdstip met mij. Die houdt zich ook nog aan die afspraak, en dan krijgt degene die ertussendoor komt wanneer het hem uitkomt, toch voorrang. Is eigenlijk gek, toch?

 

Ik ben dus niet zo’n fan meer van online bestellen. Ik vond het een fantastische uitvinding toen het net was gelanceerd, maar ga hierna maar weer gewoon naar de winkel, denk ik.

 

Ik ga wanneer het mij dan uitkomt, en wil af van al dat geschreeuw met ‘vandaag besteld, is morgen geleverd’. Want ook als ik dan vandaag vier dingen bij die ene leverancier bestel, wordt het vaak nog aangeleverd in drie shifts van een halve dag wachten.

 

Ik vind vooruitgang dus echt niet altijd vooruitgang meer en ga weer lekker ouderwets op mijn fietsje naar de winkel. Goed voor de longen, de beenspieren, het hart en het brein.

 

Behalve dan morgen. Want dan komt de onderhoudsmonteur van de cv-ketel ergens tussen 08.00 uur en 12.30 uur. En ik zie mezelf niet met die ketel op mijn rug naar de monteur fietsen.

 

En tussen 13.00 uur en 16.30 uur gaat een arts ons bellen voor weer een uitslag, een overlegje en een nieuw stappenplan.

 

Als ze niet weggeroepen wordt door een spoedgeval, tenminste. Want dan kan ze niet bellen natuurlijk. Dus dan zit ik voor niets te wachten.

 

En weet je… ik snap echt niet waarom ik zo groei.

 

Ik zou ondertussen een ons moeten wegen.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke