Word je nou echt dikker als je op het platte­land woont?

 

Het valt Tineke op dat het dit weekend in de krant wel heel vaak over eten gaat. En dat je op het platteland dus veel sneller dik wordt dan in de stad. Maar of dat nou echt waar is?

 

Wat ging het dit weekend veel over eten, hè? Je kon de krant niet openslaan of je las weer iets. Dit bijvoorbeeld: Wonen in een stad ongezond? Op het platteland neemt overgewicht sneller toe. Leuke kop, hoor! Maar toen ik het artikel las, bleek het nogal mee te vallen. De uitkomst geldt namelijk voornamelijk voor ontwikkelingslanden.

 

“Wel is het zo dat mensen met overgewicht in Nederland meer naar de buitenwijken worden verdreven”, las ik. “In Europa trekken hoogopgeleide mensen naar de stad, omdat er op het platteland weinig werk is. Hierdoor stijgen de huizenprijzen en worden steden steeds duurder. Mensen met een laag inkomen trekken daardoor naar de buitengebieden, en mensen met een laag inkomen hebben vaker obesitas omdat gezonde voeding duur is. Het is dus niet zo dat het platteland dik maakt, maar dat de spreiding van de bevolking verandert.”

 

En toen moest ik toch even “slikken” (moest ik zelf erg om lachen, en dat scheelde weer drie calorieën).

 

Niet omdat ik iets in mijn mond had hoor, maar omdat ik op het platteland woon. Ik voelde hem alweer “aankomen” (vijf calorieën). Straks denkt iedereen dus dat ik te weinig verdien, of te véél eet. Alleen maar omdat ik op het platteland woon. Wat erg!

 

Ik las trouwens ook nog dat mensen die etiketten lezen gemiddeld lichter en gezonder zijn. En toen begreep ik het al beter!

 

Hier op het platteland heb je namelijk geen tijd om etiketten te lezen. Hier maak je gezellig een praatje als je door de buurtsuper loopt. En door dat geouwehoer heb je geen tijd meer om ook nog te lezen. Het zou dus dáárom kunnen zijn dat wij iets dikker lijken dan de mensen uit de stad.

 

Ook las ik wéér over een sterrenrestaurant dat dicht ging. Chefkok Magnus Nilsson heeft er na tien jaar genoeg van. En dat is de zoveelste sterrenchef die zijn zaak sluit door de druk die Michelinsterren met zich meebrengen.

 

 

Tsja… hier op het platteland blijven de eettentjes gewoon open. Daar kruipen we gezellig bij elkaar om iets te eten, en niet om gezien te worden in een sterrenrestaurant. Bistro’s, brasseries en “Wapens van” draaien hier gewoon heel erg “lekker” (vier calorieën).

 

Maar ik geef toe: ook dát kan weer een onsje schelen tussen de stads- en de plattelands-“figuren” (zeven calorieën).

 

Sterrenrestaurants zitten namelijk allemaal in de stad. Dus als die sluiten – en gezond eten buiten de stad blijkt moeilijker en jaagt overgewicht aan – dan moet je dus een behoorlijk end fietsen om nog uit eten te kunnen, als stedeling zijnde. En op het platteland eten is dan wel ongezonder, maar dan toch weer beter voor de lijn.

 

Wat trouwens ook goed voor de lijn is, is een marathon lopen in de stad! Die zijn op het platteland ook veel korter. Een marathon in Utrecht scheelt al gauw een kilometertje of zeven. Plus dan de stress door de chaos die ontstaat, omdat ze je de verkeerde kant op sturen. Ja, nee, in de stad wonen is véél gezonder, hoor!

 

Dus ik zeg: “Dikke” tien voor het leven op het platteland. O, en eet smakelijk!

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke