Sylvia was dit weekend op Kos

 

Samen met haar dochters Anke (17) en Lieke (15) ging Sylvia Marmelstein een weekje naar Kos. Om eens lekker uit te rusten…

 

 

‘Rond 1 uur ’s nachts komen we terug op onze hotelkamer. Lieke en ik vallen snel in slaap, Anke blijft nog even wakker. Nog geen half uur later schrik ik wakker van haar gegil, vanuit haar bed springt ze boven op me. We worden hard door elkaar geschud alsof onze bedden op trilplaten staan. Soms komen ze los van de grond en om daarna met een klap weer neer te komen. Er klinkt een bulderend geluid.

 

Met het laatste nieuws uit Lesbos in mijn hoofd, realiseer ik me vrijwel meteen dat het een aardbeving is. Lieke wil onder het bed kruipen. ‘Nee! Nee!’, roep ik, ‘we moeten het gebouw uit!’ We zoeken het lichtknopje maar de stroom is uitgevallen. Op de tast grijpen we naar onze mobieltjes, we gebruiken ze als zaklantaarns en rennen de gang op.

 

Uit alle deuren komen mensen. Gelukkig zijn de gangen breed zodat er is plek genoeg is voor iedereen. In één deuropening staat een twijfelaar: is dit een aanslag? Is het buiten wel veilig? We trekken haar mee. Op blote voeten rennen we verder naar beneden. Er lijkt geen einde te komen aan deze route.

 

Rondom het zwembad van hotel staat het al vol met mensen. Het schudden en trillen is gestopt. En zodra de elektriciteit het weer doet zien we dat de randen van de zwembaden los getrild zijn en dat er glas ligt rond de bar. Veel huilende kinderen. Volwassenen praten en roepen door elkaar en delen informatie die ze via internet binnenhalen.

 

Mn dochter ziet spierwit en heeft hartkloppingen. Ik probeer haar gerust te stellen door te zeggen dat aardbevingen in deze regio vaker voorkomen. We horen vast snel dat we gewoon naar binnen mogen. De barman corrigeert me: ‘Zoiets hebben we hier echt nog nooit meegemaakt.’ Ineens zie ik de angst in zijn ogen. Voor het eerst realiseer ik me dat onze rustvakantie weleens een totaal andere wending zou kunnen krijgen.’

 

 

Liever vallende sterren dan vallende stenen

 

‘Er is een totaal gebrek aan informatie. Mogen we naar binnen of is het gebouw aangetast en kan het ieder moment instorten? Het hotelpersoneel blijft vaag: ‘I think it’s safe, maybe, I’m not sure…’ We hakken zelf maar de knoop door. Liever vallende sterren dan vallende stenen. We slepen kussens, lakens en dekens uit het hotel en richten een slaapplek in onder de sterrenhemel. In een mum van tijd liggen alle ongeveer 250  bedjes om de twee zwembaden vol.

 

Als ik eenmaal lig, voel ik pas hoe de adrenaline door m’n lijf giert. Ik tril als een rietje. Niemand slaapt deze nacht langer dan een paar minuten. De aarde onder ons blijft trillen en maakt soms dreigende geluiden. Bij iedere trilling klinkt er geroep en gehuil. Mn dochters en ik praten elkaar moed in. ‘Hier in de open lucht, ver van gebouwen, zijn we vast gewoon veilig.’ Maar zodra het trillen begint, houden we onze adem in. Tegen half 5 wordt het godzijdank lichter. Ik wist niet dat nachten zo lang konden duren.’

 

Bij het ontbijt is het alsof er niks gebeurd is

 

‘Bij het ontbijt, amper zes uur na de aardbeving is op het eerste gezicht nauwelijks iets te merken van wat er gebeurd is. Het personeel probeert zo gewoon mogelijk te doen: het hotel moet blijven draaien, toeristen mogen niets merken.

We vragen aan een medewerkster hoe het gaat. Ze vertelt dat ze gillend de keuken is uitgerend. Veel borden zijn gesneuveld en van het glaswerk was vrijwel niets meer heel. Dan pas valt het ons op: zodra je je bord of glas leeg hebt, wordt het weggehaald en met spoed naar de keuken gebracht om afgewassen te worden.

 

We hebben voor die dag een excursie naar drie eilandjes geboekt, maar er vaart geen boot uit vandaag. Dus brengen we de dag door aan het zwembad. Iedereen doet zoveel mogelijk alsof er niets aan de hand is. De aquarobiclessen en waterpolowedstrijdjes gaan gewoon door, met tussendoor trillingen en bulderende geluiden. Dan is er weer even paniek, of horen we grappen als: ‘gratis golfslagbad’ of ‘schat, heb jij deze spannende excursie geboekt?’

 

Als de reisleidster het hotel tegen de avond bezoekt is de sfeer grimmiger. De meeste toeristen zijn het getril zat en willen vervroegd naar huis. ‘Mijn kind huilt de hele dag. Ik krijg geen hap meer door m’n keel.’ Ze gaat een lijst aanleggen van mensen die weg willen en kijkt wat mogelijk is. ‘Maar’, zegt ze, ‘het is wel voor eigen kosten want er geldt geen negatief reisadvies.’ M’n dochters en ik besluiten dat we blijven en de geplande vlucht van zondag terug nemen.’

 

 

Het water in onze glazen begint weer te bewegen

 

‘Vrijdagavond liggen we weer in een normaal bed op onze hotelkamer.  Het hotel meldt dat het veilig is en dat geloven we zelf ook graag: we zijn namelijk erg toe aan goede nachtrust. We liggen echter nog geen half uur als er een heftige naschok komt. In no time staan we buiten met onze kussens en dekens, voor een tweede onstuimige nacht onder de sterrenhemel.

 

Zaterdag lijkt alles volstrekt normaal. Geen naschokken en geen trillingen. Toch zijn we voortdurend alert. En het blijkt ook stilte voor de storm. Rond 8 uur, tijdens het eten, begint het water in onze glazen te bewegen. Inmiddels weten we: dit gaat snel liggen. Maar de trillingen bouwen op. Mn hart slaat op hol en net als de andere mensen zet ik het op een lopen. Als we buiten staan is het weer rustig.

 

In de stad zien we die avond voor het eerst met eigen ogen wat er is gebeurd. De kant van de haven lijkt los te hangen, met overal diepe scheuren. Boten zijn tegen de kant geslagen en hebben gaten. Er hangt een bizarre sfeer. Toeristen willen graag hun vakantie en dineren letterlijk tussen de brokstukken en afzetlinten. Voor de bewoners geldt: al het geld moet worden verdiend in dit seizoen, dus ze gaan gewoon door. Ze staan in hun winkels en restaurants alsof er niets gebeurd is. Totdat je even doorvraagt. Mijn dochter vraagt een verkoper in een souvenirwinkel hoe het met hem gaat. Zijn stem trilt. ‘De financiële klap, die kom ik wel de boven, de psychische nooit meer. Ik ben zo vreselijk bang geweest.’

 

We zijn blij als het zondagochtend is en onze bus richting luchthaven rijdt. Onderweg zien we ook buiten de stad buitenslapers: Griekse gezinnen in plantsoentjes, toeristen op handdoekjes onder palmbomen. Wij maken ondertussen de balans van onze week op. Hebben we rust gehad? Nauwelijks. Zijn we bang geweest? Zeker. Maar hebben we een slechte vakantie gehad? Nee eigenlijk niet. Vakantie is ook samen avonturen beleven, dingen doen die je niet meer vergeet . Dat hebben we absoluut gedaan!’

 

 

Foto’s: Sylvia Marmelstein