Steile wand

 

Ik heb een kat. Nou is dat op zich nog niet zo gek, maar ik heb een gekke kat. En dan wordt het al een stuk ingewikkelder.

 

 

Ik heb een kat. Nou is dat op zich nog niet zo gek, maar ik heb een gekke kat. En dan wordt het al een stuk ingewikkelder. Van kleins af aan doet hij namelijk dingen die normale katten niet doen. Zo zit hij bijvoorbeeld graag bij ons aan tafel op een eigen stoel. Dat deed hij al als piepklein rood rakkertje (toen hij helemaal nog niet boven het blad uitkwam, maar evengoed stoïcijns bleef zitten alsof het de normaalste zaak van de wereld was), maar inmiddels is hij boven de tafel uitgegroeid tot een volwaardig lid aan de avonddis. Hij eet niks, maar hij kijkt (en discussieert) vrolijk mee.

 

Ook heeft hij de wonderlijke gewoonte om iedereen die zich aandient in de tuin te begroeten met vier pootjes. Tenminste, als je langs “zijn” boom loopt. Hij zit daar dan verstopt en je schrikt je wezenloos als hij (volkomen uit het niets) ineens vier pootjes om je onderbeen slaat, meteen weer loslaat en dan heel hard wegrent. Pffff. Alsof hij er zelf net zo hard van schrikt als jij.

 

Ook blaft hij af en toe. Dat schijnt te komen doordat hij al jong niesziekte opliep waardoor zijn hartje beschadigd is geraakt. Hij klinkt zo nu en dan dus eigenlijk meer als een hond dan als een kat, wat weer heel handig is bij rare figuren aan de deur (behalve dan bij de hondenbelastingcontroleur).

 

Maar soms is hij ook zielig. Dan is hij moe, slaapt veel, eet weinig, heeft een loopneus (en dito oog) en hobbelt kwijlend door het huis. Maar zodra hij zich weer goed voelt, gaat hij onmiddellijk weer de kitten uithangen.

 

Het lijkt dus eigenlijk meer op een midlifecrisis dan op chronische niesziekte, en ik moet bekennen dat ik – andersom – een vriend van ons daardoor weleens verdacht heb van niesziekte. Hij presenteerde zich toen plotseling op een veel te grote motor, en ook híj leek die fiets met vier pootjes tegelijk te moeten omarmen om niet om te vallen. Hij zat te spinnen van trots, maar leek het tegelijkertijd een beetje benauwd te hebben op dat enorme ding. Maar goed… dat is weer iets voor een andere column. Ik heb het nu over Joep.

 

 

Onze Joep die weer iets nieuws heeft ontdekt waar ik niet blij van word. Hij heeft namelijk uitgevonden dat hij de afstand tussen de muren in onze niet al te brede (maar wel erg lange) gang kan overbruggen met een sprongetje. Hij kan dus van links naar rechts tegen de muren springen, zonder de grond te raken. Uiteraard alleen op de momenten dat hij zich geen oud mannetje maar een kitten waant, maar dan wel meteen de hele gang door.

 

En hij kan dat inmiddels op hoog niveau! Want wat ooit begon langs de plinten, is inmiddels (na flink veel oefenen) gestegen tot grote hoogten. Hij komt nu soms al op ooghoogte voorbij, en ik kan roepen, zuchten of afvangen wat ik wil, ik krijg het er niet uit.

 

Maar met witte muren kun je je dan ook wel voorstellen hoe de verbazing op de gezichten is van mensen die hier voor het eerst binnenkomen op een moment dat ik de muren nog niet heb afgenomen. Ik veeg zo’n zes keer in de week alle pootafdrukjes van de muren, maar soms schiet het er weleens bij in.

 

‘Wat een leuk behang’, riep onlangs iemand.

 

Maar er zit dus helemaal geen behang op!

 

‘Ja, dat is de Joepwand van VT Wonen’, heb ik toen maar geroepen.

 

En nu maar hopen dat ze niet op zoek gaat omdat zij hem ook wil.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke