Lekker belangrijk

 

Hè ja, laten we nog een stapje verder gaan met opscheppen. Dat is het eerste wat ik denk.

 

 

Er komen in veel tijdschriften tegenwoordig mensen aan het woord die allemaal hetzelfde hebben meegemaakt, gedaan, gezien, gevoeld of gedacht. Ze krijgen een hele pagina, met een mooie foto van zichzelf, en dan links of rechts een smalle strook met ruimte voor hun verhaal. En tot zover vind ik dat nog mooi, want gedeelde smart is halve smart en de verhalen gaan opvallend vaak over iets negatiefs. Ze zijn allen onverwacht hun baan kwijtgeraakt, out of the blue door een partner verlaten, hebben corona gehad, of erger. En zoiets kan heel goed werken, want het maakt vaak dat ik denk: wat heb ik het toch goed. Of dat ik denk: het kan altijd nog erger.

 

En het zijn altijd heel gewone mensen die aan het woord komen. Geen sterren of zo. Ja, sterren in falen. Of ze lijden aan dyslexie, overgewicht, kleptomanie, ruzie met de buren, of iets anders wat je liever niet wilt. In de LINDA. Heb ik ze zelfs een keer zien lijden aan hun eigen vagina. En daar lag voor mij wel de grens. Ik weet echt wel dat de meeste vrouwen die hebben, dus om mij daar nou aan te helpen herinneren? En om die van anderen dan vol in mijn bakkes te krijgen als ik nietsvermoedend een bladzijde omsla tijdens het nuttigen van een luxe lunchbroodje?? Zelfs al was het doel om me gerust te stellen; ik voelde geen enkele behoefte om na mijn lunchbreak ondersteboven te gaan hangen, en die van mij te gaan vergelijken met die van de vrouwen die zich hiervoor hadden geleend. Het zou veel fijner zijn als ik me minder eenzaam zou kunnen voelen door een foto van een columniste die ook aan overgewicht lijdt (a.g.v. luxe lunchbroodjes), maar dit ging me te ver. Ik weet echt wel dat ik niet de enige ben met een vagina, maar gek genoeg heb ik geen enkele behoefte om naar die van anderen te kijken. En al helemaal niet tijdens het nuttigen van een bammetje.

 

En trouwens – want daarom begon ik hier eigenlijk over – in al die bladen waar ze dit concept (van herkenning) gebruiken, slaan ze nu toch weer een beetje door, vind ik. Gáán we weer, denk ik als ik me niet herken. Als ik me weer een loser voel, omdat ik maar één baan heb. Het is namelijk helemaal hip om tegenwoordig meerdere functies te hebben met zo’n schuine streep ertussen. Hoe meer functies hoe beter, en sommige functies worden volgens mij ter plekke bedacht om belangrijk te lijken.

 

Want zeg nou zelf: ‘product owner/relatiebeheerder/projectmanager/medeoprichter’ ????

 

Alles wat bij mij in huis staat – en wat netjes door mij is betaald – maakt dat ik een product owner ben. Toch?

 

En relatiebeheerder ben ik ook al jaren, want je wilt niet weten hoe lastig mijn partner soms is.

 

Projectmanager dan?

 

Nou, alle verbouwingsprojecten, de wassen, vakanties, schoolkeuzes, het koffers inpakken en het budgetbeheer: ze worden allemaal naar volle tevredenheid door mij gemanaged.

 

En medeoprichter ben ik ook, want ik heb samen met mijn man twee kinderen “opgericht”, en het gezin daaromheen, met inmiddels zelfs schoonkinderen, is ook door ons samen opgericht.   

 

Dus, nou ja… dan doe ik het voortaan ook maar. Vanaf nu noem ik mezelf schrijver/columniste/ product owner/relatiebeheerder/projectmanager en medeoprichter.

 

Sjemig, wat klink ik belangrijk nu.  

 

Maar wat ik vooral ben is moe. Van het mama zijn, én van het harde werken.  

 

Maar ja… ‘Lekker belangrijk’, roept iedereen dan.

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke