‘Mijn man en ik hielden onszelf en elkaar nog best lang voor dat het wel over zou waaien. Want onze dochterwas vrijgevochten, geëmancipeerd, intelligent en autonoom en in dat beeld paste geen religie als de islam. Nog niet zo lang geleden liep ze in naveltruitjes en verfde ze haar haar in alle kleuren van de regenboog. Het kon er bij ons simpelweg niet in dat ze echt zo ver zou gaan dat ze op een dag met een hoofddoek en kaftan thuis zou komen. Dat er van onze opvoeding, waarin wij haar altijd voorhielden dat mannen en vrouwen gelijkwaardig aan elkaar zijn en allebei evenveel verantwoordelijkheid dragen in het gezin, in de wind zou slaan en vrijwillig zou kiezen voor een leven waarin de vrouw zich naar haar man moet schikken.
Ze zei steeds dat ze iets miste en houvast zocht. Ze had het over zingeving, over een spirituele zoektocht, de behoefte aan een kader in deze chaotische wereld. Ze verweet ons dat we haar niet gelovig opgevoed hadden. Wij waren zelf toch ook gedoopt? Waarom hadden we dat haar niet gegund? De islam stond volgens haar voor rechtvaardigheid, liefdadigheid en gemeenschapszin, zo had ze geleerd. En dat sprak haar aan. Dat vrouwen onderdrukt zouden worden was overigens een misvatting. Dat wij de hoofddoek associeerden metonderdrukking, eveneens. Moslima zagen in die hoofddoek juist een bevrijding van maatschappelijke schoonheidsidealen en de druk om zich volgens Westerse normen te kleden. De islam was dan ook veel eerder een keuze voor innerlijke waardigheid en spirituele autonomie.
Het was ongeveer in dat stadium van haar wens om zich te bekeren dat we er steeds meer moeite mee hadden om onszelf en elkaar ervan te overtuigen dat het wel weer over zou waaien. Dit kon nog wel eens helemaal de andere kant opgaan en dat idee beangstigde ons net zozeer als het ons tegenstond. De dag dat ze met een man thuiskwam die op zijn derde in Nederland was komen wonen en zeer overtuigd islamitisch was opgevoed, zonk ons de moed in de schoenen. De bewonderende blik waarmee onze dochter naar hem opkeek, sneed ons door de ziel.
Het is inmiddels tweeëneenhalf jaar geleden dat ze zich liet bekeren. We hebben haar sindsdien nooit meer zonder hoofddoek gezien. Ook als ze alleen bij ons langskomt houdt ze die op. Haar vriend wil met haar trouwen. Het zal een Marokkaanse bruiloft worden met alles erop en eraan: een ongelofelijke trouwjurk, een sluier, een gehuurde bolide om het bruidspaar luid toeterend in rond te rijden en een feestzaal met nog liever driehonderd dan tweehonderd genodigden. Na haar huwelijk hoopt ze snel zwanger te worden. Ze wil veel kinderen. Haar baan heeft ze al opgegeven en als we haar vragen waar zij en haar man van denken rond te komen met al die kinderen die ze willen krijgen, dan haalt ze haar schouders op. Haar taak in het leven is om er te zijn voor haar man, hun kinderen en het huishouden te doen.
Hoewel wij nooit helemaal zullen wennen aan de nieuwe status van onze dochter, leggen we ons er wel steeds meer bij neer dat dit nou eenmaal het leven is dat ze gekozen heeft – een leven waar ze overigens ook aan vastzit. In het begin was ik ervan overtuigd dat ze haar ongeluk tegemoet ging. Maar soms kijk ik naar haar en moet ik toegeven dat ze er best gelukkig en tevreden uitziet. Zou ik er dan toch niets van begrijpen? Zit het allemaal tussen mijn oren dat dit onmogelijk kan werken op de lange termijn? Of ken ik mijn eigen dochter uiteindelijk toch minder goed dan ik altijd dacht? Het is hoe dan ook ingewikkeld. Het besef dat wij onze dochter deels kwijtgeraakt zijn, doet pijn en maakt dat we ons ook schuldig voelen. Want had het een verschil gemaakt als we haar wel gelovig hadden opgevoed? Hebben we ergens steken laten vallen? Waren we te makkelijk? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. Het enige wat we kunnen doen is van onze dochter blijven houden en haar steunen in de keuze die ze heeft gemaakt en dat is op zich al moeilijk genoeg.’
Keetjes’ naam is gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder/dochter verhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.