Een Italiaan staat nooit lang in de keuken

 

Als je uren bezig bent met een Italiaans recept, kán het bijna niet echt Italiaans zijn, want ze moeten daar veel te veel andere dingen op een dag.

 
Als je uren bezig bent met een Italiaans recept, kán het bijna niet echt Italiaans zijn. Tenminste, die conclusie heb ik ooit getrokken. Want: een Italiaan moet veel te veel andere dingen op een dag. Heel lang over eten praten bijvoorbeeld. Je hoort het om je heen altijd tegen een uur of vier beginnen. Alle gespreksonderwerpen monden uit in gesprekken over de lekkerste tomaten, de eerste truffels die weer gevonden zijn, de verrukkelijke olijfolie, die natuurlijk in jouw eigen gebied beter is dan in elk ander gebied. De beste basilicum. En zo kunnen ze uren doorgaan. Gewoon omdat ze langzaamaan de spanning naar het diner aan het opbouwen zijn. Voor dit soort gesprekken heb je als Italiaan minstens anderhalf uur per dag nodig. Heeft jarenlange observatie me geleerd.
Dan heb je ook nog tijd nodig voor je ochtendkoffie en voor je aperitief. Voor roddels en bijpraterij met de buren en vriendinnen. Op de markt en in de rij bij de winkel. Voor je uiterlijk. Voor flaneren. Voor rondlopen met een mobiel aan je oor. Kortom. Geen tijd om uren in pannen te roeren. Mag best uren pruttelen of in de oven staan, dat is geen probleem, maar je moet er niet steeds bij moeten blijven. Dan kom je helemaal nergens aan toe.
Dus: hooguit een half uur snijden en snipperen en dan wegwezen om later te eten. Of hatseflats alles in de pan kieperen en aan tafel. Zou me nog niets verbazen als door al die haast ooit de spaghetti al dente is uitgevonden. Te druk, geen tijd, ik haal ‘m nu echt uit het water. En verhip! Dat is lekker. Doen we voortaan altijd zo.

Beeld: Transitoinicial.com

 

Door Franska. Portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs