Als Debby met haar vriend bij haar schoonouders op bezoek is geweest, gaat ze altijd met een vervelend gevoel naar huis. Haar vriend begrijpt er niets van, maar Debby durft er niet met hem over te praten…

 

 

Gijs en ik zitten weer in de auto naar huis. Ik heb knallende koppijn en voel de spanning langzaam uit mijn lijf verdwijnen. Dat gebeurt me iedere keer als ik bij ze op bezoek ben geweest. Al jarenlang.

 

Ik weet nog dat ik de eerste keer met Gijs naar zijn ouders ging. We zouden bij ze gaan eten. Natuurlijk was ik hartstikke zenuwachtig, maar Gijs zei dat dat helemaal niet nodig was. Hij is dol op ze en zij op hem. Maar de manier waarop ze met elkaar omgaan, begreep ik niet. Mijn schoonmoeder kleineerde mijn schoonvader waar ik bijzat. Terwijl ik de beste man nog helemaal niet kende.

 

Toen ik Gijs er later naar vroeg, keek hij mij niet begrijpend aan? Hoezo kleinerend? Zijn moeder maakte toch maar een grapje? De afgelopen jaren kwam ik erachter dat dit nu eenmaal de manier is waarop zij met elkaar omgaan. En Gijs en zijn zus weten niet beter. Maar hoe langer ik in dit gezin meeloop, hoe meer het me verbaast.

 

Mijn schoonouders maken altijd ruzie, ook om de kleinste dingen. Dat de hond nog geen eten heeft gehad, dat de tuin niet goed is gesproeid of dat de verkeerde boodschappen zijn gedaan. En het erge is dat ze dat gewoon doen waar anderen bij zijn. Om je dood te schamen. Gijs heeft op die momenten niks in de gaten, terwijl ik iedere keer met kromme tenen naar ze zit te luisteren, hopend dat de bui weer overdrijft.

 

Inmiddels vind ik deze familiebezoekjes een ware hel en probeer ik er zoveel mogelijk onderuit te komen. Maar dat kan ik naar Gijs en onze kinderen toe niet maken. Gelukkig wonen mijn schoonouders niet bij ons in de buurt, dus zien we elkaar niet zo vaak. Maar als we bij elkaar zijn, dan is het wel meteen een hele dag. Verschrikkelijk!

 

Ik vind het ook te belachelijk voor woorden om te zien dat Gijs en zijn zus het steeds maar weer laten gebeuren. Binnen de kortste keren raak je verzeild in die verhitte discussies van hun ouders die echt helemaal nergens over gaan. Ze willen gewoon gelijk hebben en gunnen de ander zijn mening niet. Gelukkig zijn onze kinderen te jong om door te hebben wat er aan de hand is.

 

Alhoewel, onze dochter van vijf zei laatst dat opa en oma wel veel ruzie hebben. Dat kent zij helemaal niet, Gijs en ik hebben nooit ruzie. We zijn beste maatjes en hebben helemaal niet de behoefte om ons gelijk bij de ander te halen. Soms kan ik het me haast niet voorstellen dat Gijs in zo’n giftige omgeving is opgegroeid. Ik zou haast willen dat mijn schoonouders gingen scheiden, zodat ze elkaar het leven niet meer zuur maken.

 

Als we de snelweg opdraaien, leg ik mijn hand op het been van Gijs en knijp er zachtjes in. Hij is mijn grote liefde, maar die ouders van hem probeer ik zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Nu met corona heb ik gelukkig een goede smoes om ze niet te vaak te bezoeken. Maar dat zal ik natuurlijk nooit hardop tegen Gijs zeggen…