Het beste voor Diederik

 

De zoon van Yente was altijd een kleine druktemaker. Na veel onderzoeken blijkt hij een ADHD te hebben en daar krijgt hij sinds kort medicatie voor. Maar daar vindt haar omgeving wel wat van.

 

‘Als ik het ontbijt voor mijn zoon Diederik maak leg ik meteen een klein pilletje naast zijn bord. Het is een soort van toverpilletje. Hij wordt er rustig van, in zijn gedrag en in zijn hoofd.

 
Diederik is 11 en altijd een kleine druktemaker geweest. Hij kon nooit stilzitten, zat altijd ergens aan te friemelen. Als hij met vriendjes speelde liep het vaak uit op ruzie omdat hij niet op zijn beurt kon wachten en ook in de klas waren er vaak problemen. Soms stond hij wel drie keer per dag op de gang.

 
Hij werd steeds gefrustreerder en dan moesten wij weer op school komen om met de juf te praten. Dan beloofde Diederik dat hij beter zijn best zou doen, maar na een paar dagen was het weer mis. Of de ouders van zijn vriendjes zeiden doodleuk dat Diederik maar een weekje niet bij hen moest komen spelen.

 
Ik heb eindeloos gezocht waar het nou aan zou kunnen liggen tot ik met een moeder die ik ken van de voetbalclub aan de praat raakte en ze me vertelde over haar dochter die ADHD heeft. Toen vielen alle puzzelstukjes in elkaar.

 
Via de huisarts zijn we bij een kinderpsychiater terechtgekomen die Diederik uitgebreid getest heeft en ook met ons een paar gesprekken heeft gevoerd. Zijn conclusie was dat Diederik ADHD heeft en dat hij wel gebaat zou zijn bij het nemen van medicatie.

 
Daar schrokken we wel van. Want wie wil zijn kind nu medicijnen geven om hem rustiger te maken? Mijn man en ik twijfelden of we dat nou wel moesten doen. Maar de psychiater zei dat het voor Diederik wel heel fijn zou zijn als zijn leventje wat rustiger zou worden.

 
Dus nu neemt Diederik sinds een paar weken iedere dag een pilletje. Ik heb er een heel ander kind voor teruggekregen. Hij is veel vrolijker geworden omdat hij bijna geen ruzie meer maakt met zijn vriendjes. Hier thuis is het veel gezelliger omdat we niet steeds maar weer boos op hem zijn. Zijn jongere broertje leeft ook helemaal op, want omdat Diederik altijd zoveel aandacht vroeg moest Thomas zo vaak inschikken.

 
Mijn man en ik zijn heel blij met deze medicijnen voor onze zoon, maar daar is niet iedereen het mee eens. We krijgen er heel veel commentaar op. Mijn schoonmoeder zei zelfs letterlijk dat ze niet kan begrijpen dat je je kind op speed zet om het rustiger te krijgen. Diederik is gewoon vaak vervelend en mijn man en ik moesten maar een beetje strenger voor hem zijn. Dan zou hij dat drukke gedrag wel uit zijn hoofd laten.

 
Ik wist niet wat ik hoorde en verbeet woedend mijn tranen. Had ze dan niet gezien hoe wij al jaren worstelden met zijn gedrag? Hoe moedeloos we er soms van werden als er weer een boze vader aan de deur stond omdat Diederik per ongeluk iets kapot gemaakt had als hij bij een vriendje speelde? Ons verdriet, als bleek dat hij weer niet voor een feestje was uitgenodigd?

 
Gelukkig kon ik me beheersen om iets tegen mijn schoonmoeder te zeggen. Maar het doet me echt verdriet om te horen dat ze vindt dat je eigenlijk faalt als ouder als je je kind op deze manier probeert te helpen…’