Help! Ik krijg hulp van mijn man

 

Soms heb je van die tijden waarin je het veel te druk hebt. Te veel werk, te veel zorg, te veel gezeur. En dan kan het uiterst prettig zijn dat anderen je willen helpen. Toch? Zeker als je dan ook nog ziek wordt.

 

Behalve dan in het huishouden!

 

Op een of andere manier heb ik mijn huishouden zo strak ingericht, dat hulp mij eerder van de wal in de sloot helpt dan dat het mij ontlast. Heb jij dat ook?

 

‘Moet er nog iets met die was?’ vraagt man(lief) lief, als het lampje van de wasmachine knippert.

 

‘Wat denk je zelf?’ roep ik bits.

 

Ja, sorry. Ik weet dat dat niet aardig klinkt, maar als ik het al zo druk heb en ook nog ziek ben, begrijp ik niet dat iemand niet snapt dat er iets met een was moet gebeuren als de machine aangeeft dat hij klaar is met wassen. Voor zover ik weet is er nog steeds geen machine uitgevonden die het daarna aan de lijn hangt en het in de kast legt zodra het droog is.

 

‘Die mag op zolder!’ zeg ik dan toch iets vriendelijker omdat ik me schuldig voel.

 

Tien minuten later… 10 ja!!… Niet omdat de zolder bij ons zo ver weg is, maar omdat manlief eerst heel slim zijn koffie even opdrinkt. Daar kan ik dus nog iets van leren!

 

‘Uhhh, de zolder hangt nog helemaal vol, mop! Wat nu?’

 

‘O, sh… ja! Die was moet er dus eerst nog even af. Gooi maar in mijn werkkamer. Dan ga ik zo wel even strijken!’

 

‘Kan ik ook doen, hoor’, is dan het vriendelijke antwoord.

 

Maar daar moet ik dus niet aan denken, hè!!

 

Ik kan dat veel beter, vind ik. En terwijl ik dit vind, realiseer ik me dat ik het daarom waarschijnlijk zo druk heb.

 

‘Nee, gooi maar lekker neer,’ antwoord ik schijnheilig, ‘ik ga er meteen aan beginnen als ik klaar ben met mijn administratie! Maar als jij dan even de boodschappen zou willen halen, dan zijn we daarna misschien gelijk klaar.’

 

‘Is goed,’ klinkt het gedwee, ’wat moet ik halen?’

 

‘Uhhh… tsja… Dan kan ik net zo goed zelf even naar de winkel lopen. Dat is net zo veel werk als dat ik een boodschappenlijstje moet gaan maken, en er dan alle merken bij moet gaan zetten, en straks ook nog de telefoon moet gaan opnemen als hij belt omdat hij alleen een ander merk in de schappen ziet staan. Het juiste merk staat er écht, écht, écht niet tussen. Dus dat hebben ze niet meer, veronderstelt hij snel.

 

 

‘Nou, wacht maar! Als ik straks klaar ben met het schoonmaken van de toiletten (ja, dat moet wel even goed gebeuren, dus dat doe ik liever even zelf) dan haal ik eerst wel even snel de boodschappen.’

 

En als ik dan terugkom van de winkel, alle kasten weer heb ingeruimd en aangevuld, de vaatwasser opnieuw heb ingeruimd (zodat hij nog een dagje extra niet hoeft te draaien), de wasmachine heb uitgezet, het spoor van zandschoenen van de wasmachine naar de zolder met de kruimeldief gewist heb, en de lichten op de overloop en de zolder weer heb uitgedaan, dan zie ik dat hij tóch de was heeft opgevouwen.

 

Hartstikke lief, natuurlijk, maar de theedoeken zijn zó gevouwen dat ze op deze manier echt niet in de keukenkast passen. Mijn sokken liggen nu bij mijn dochter in de la, en die van haar bij mij. De washandjes zijn gestreken, maar mijn T-shirt niet.

 

En ik wil niet zeuren, hoor, maar volgende keer vraag ik gewoon of hij de brievenbus wil leeghalen. Want dat kan hij heel goed!

 

Alleen moet hij wel nog even de namen en adressen (inclusief onze bankrekeningnummers) van de post afscheuren als hij de reclamepost dan bij het oud papier gooit! Anders kan ik dat daarna ook weer allemaal terugzoeken en alsnog gaan regelen.

 

Tsss… Moet ik naar de dokter, denk je?

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke