‘Door corona zag ik mijn dochter nauwelijks en dat deed me zo goed’

 

Felice (52) woont samen met haar man Sander in een Zuid-Hollands dorpje. Hun dochter Maryse (22) woont in Rotterdam. Ze hebben haar tijdens de intelligente lockdown weinig gezien.

 

Nu er weer meer contact is, merkt Felice dat ze het helemaal niet heeft gemist.

 

‘Maryse was altijd al een beetje een lastig kind. Dat verwijt ik mijn man en mij ook wel een beetje. Wij hebben het financieel altijd erg goed gehad en omdat ze ons enige kind is, hebben we haar misschien een beetje verwend. Wel hebben we altijd gestimuleerd dat ze moet werken, op de middelbare school en tijdens haar studie, maar als het puntje bij paaltje kwam, betaalden wij toch bijna alles voor haar.

 

Ze is altijd al behoorlijk veeleisend geweest. En dat is iets wat mijn man en ik absoluut niet zijn. Al ons geld hebben we zelf verdiend door hard te werken en dat is iets wat wij haar graag willen meegeven: niet alles komt je aanwaaien. Maar bij haar eerste baantjes wilde ze niet achter de kassa, want dat vond ze gênant. Kledingwinkels waren ook een no go, behalve de high-end merken, waar ze niet werd aangenomen vanwege gebrek aan ervaring. Horeca was ze te jong voor, en mensen bedienen leek haar bovendien geen leuk idee.

 

Toen dachten we het nog dat het misschien een fase was. Maryse hoorde bij de populaire meiden op school en daar hechtte ze veel waarde aan. Een bijbaantje was dan natuurlijk niet cool. Ik zei vaak tegen haar dat deze zogenaamde status niets betekende zodra ze haar middelbareschooldiploma had, maar daar wilde ze niet naar luisteren.

 

Maar toen ze ging studeren in Rotterdam, bleef ze nog steeds een beetje een diva. Alleen in de duurste tenten wilde ze eten met vrienden, want een eetcafé was te min voor haar. Dat was het moment waarop wij strenger zijn geworden. Misschien te laat… We hebben haar verteld dat ze lekker moet eten waar ze wil en de kleding moet kopen die ze wil, maar dat het vanaf nu van haar eigen geld moet zijn.

 

Dat werd ons niet helemaal in dank afgenomen, en nu — twee jaar later — probeert ze nog steeds geld van ons te vragen ieder moment dat ze ons ziet. Of neemt ze mijn nieuwe luchtjes mee, of neust ze in mijn kledingkast en neemt dingen mee zonder te vragen. Bloedirritant en asociaal, vind ik dat.

 

De laatste twee jaar is ze vooral zo negatief naar ons geweest, en dat realiseren we ons nu pas. We hebben bewust gekozen om tijdens de intelligente lockdown in zelfquarantaine te gaan, zodat we mijn zieke moeder nog konden zien. Maryse heeft niks aan de lockdown gedaan: die zag nog steeds evenveel mensen als daarvoor.

 

Daarom besloten we dat we haar dan niet zouden zien. En nu, nu ze weer op visite kan komen, merken we eigenlijk hoe goed het ons deed… Even wat minder contact en vooral niet meerdere keren per week die negativiteit om ons heen. Het is een prinsesje-nooit-genoeg geworden en ik hoop echt dat dat nog bijdraait.’