De piano van oma

 

Het was het enige erfstuk waar meerderen op hoopten, maar wat voor mijn geliefde moest zijn, omdat die de meest muzikale is.

 

 

 

De crèmekleurige Baldwin met haar (het is een meisje, heus) sierlijk gekrulde poten en ons huis waren als Elisabeth en Philip: voor elkaar bestemd en gemaakt.

 

Mijn vader speelde er Sinterklaasliedjes op, ik verstopte repen Tony Chocolonely in de geheime zitting van het krukje, viste af en toe een vergeeld muziekstuk uit het deksel dat mijn vader dan probeerde te spelen en we plakten stickerletters van de Hema op de toetsen om ze zo makkelijker te memoriseren. Ook woonde er weleens een klein langstaartig diertje in de klankkast dat we probeerden te verdrijven door de pedalen op galmstand te zetten en heel hard de Vlooienmars te gaan spelen.

 

 

Maar toen was daar onze verbouwing. De keuken, die moest groter. En de muur, die moest eruit. De muur die al die jaren rugdekking had gegeven aan oma’s piano. Maanden stond de piano vervolgens tussen de bouwmaterialen op de stucloper in onze woonkamer. Een nieuwe vaatwasser links, de gepatineerd messing afzuigkap rechts. Een beetje verlaten oogde ze. Alsof ze wist dat er voor haar geen plek meer was. Ik opperde haar naar kantoor te verhuizen. De makke van een groot kantoor is dat het al gauw dient als een opslagruimte voor dingen waar je geen afstand van wil maar eigenlijk wel moet doen. De van-uitstel-komt-hopelijk-nooit-afstel-hoek. Maar omdat de piano en vooral wijlen zijn grootmoeder het verdienen, belde ik toch een professional. Of die hem kon meenemen en dan heel, heel lang over de servicebeurt en eventuele reparaties kon doen.

 

Dus daar was hij. Frank zag er precies zo uit als ik hem wenste. Heus geen dertig meer, maar met ogen fief als een vijftienjarige. Hij roemde de keuken (‘nog even volhouden, hè’), het huis (‘wat een plek’) en dook toen op de piano. Ineens regende het superlatieven. Dit zag je niet vaak. Zo rank, zo Amerikaans, zo’n petite klankkast. Jaaa, dit was leuk. Dit was bijzonder. Of hij even onder de kap mocht gluren. Toen keek hij weer naar het huis. Maar deze piano en dit huis, die horen bij elkaar als… Ik knikte. Ik wist het. Als Ginger en Fred, als Nancy en Ronald, als caramel en zeezout, als mijn liefde en ik.

 

Straks komt Frank haar halen. Maar we hebben al een nieuw plekje uitgekozen. En dat is binnen de muren van dit huis. Van sommige dingen moet je gewoon geen afscheid nemen.

 

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach