Een middagje op de Mookerheide

 

Soms heb je van die dagen, dat je denkt: ik doe een zak over mijn hoofd en ik ben er minstens een week niet. Ga weg allemaal! Ga weg nare dingen! Ga weg Piekermonster!

 

‘Jij moet toch eens nadenken over een cursus mindfulness’, vindt een vriendin. Dat is een opmerking die mij haar bijna doet schrappen uit het vriendenbestand. Ik zit achter mijn laptop en doe een spelletje. En nog een. En nog veel meer. Ik zak, al balend, steeds verder onderuit in mijn stoel, en maar dat domme spelletje doen. Totdat ik mijn verstand terugkrijg. ‘Ga naar buiten mens!’ zo spreek ik mezelf toe. Ik heb hier nota bene een schitterend bos om de hoek. Als het moet, sta ik binnen twee minuten op de hei. Die bloeit nog, dus ik moet snel zijn, wil ik er iets van mee krijgen.

 

Als ik het bospad oploop, schiet er een donkerbruine, bijna zwarte eekhoorn voor me langs, een boom in. Wat een prachtig diertje. ‘Hee jij!’ zeg ik zachtjes, ‘doe jij hier ook aan mindfulness?’ ‘Ik? Echt niet!’ piept hij, en springt met een benijdenswaardige lenigheid naar de top van de boom. Niks hoogtevrees, zoals ik. Op de Mookerheide staat een uitkijktoren, maar al gaven ze me tienduizend euro, ik ga niet naar boven. Die trap wiebelt en als ik naar beneden kijk heb ik dat irritante, zwakke gevoel in mijn kuiten. Dat gevoel heb ik ook op een keukentrapje. En vroeger, als we in de Alpen langs een enge afgrond reden. Waarbij Man het dan nodig vond om de kinderen dit mee te delen: ‘Kijk eens naar beneden, jongens, alwéér een brandend wrak!’ Driemaal jolijt op de achterbank.

 

 

Ik blijf op de grond. Daar is genoeg te zien. Dan zie ik een modern kunstwerk dat ik hier nog niet eerder zag. ‘De idioten!’ mopper ik, ‘wat een achterlijke plek om zoiets neer te zetten!’ Het lijkt een stalen constructie, maar als ik dichterbij kom, is het gewoon een afgebroken, heel erg dode boom. Andere bril misschien Biesheuvel? Toch is het mooi, het zijn net twee handen, die naar boven reiken.

 

De heide bloeit gelukkig nog. Ik heb geen goeroe nodig om me te vertellen dat je hoofd en je ziel tot rust komen als je buiten bent. Er zijn geen wandelaars, mountainbikers of hardlopers op deze maandagmiddag. Ik ga een poosje op de grond zitten, tussen de heidestruiken. Ik herinner me hoe mijn ouders ons vroeger een dagje meenamen naar de hei bij Hilversum. Broodjes mee, twee van die ouderwetse ligstoelen voor mijn ouders en wij vermaakten ons al badmintonnend of lezend. Ik plukte altijd een bos hei die de hele winter goed bleef. Nu doe ik dat niet. Laat die struiken maar fijn blijven waar ze horen: met hun wortels in de grond. Zo lekker, om daar gewoon een half uurtje te zitten met je blik op nul. Stom ben ik, om mijn tijd te verdoen met een suf computerspelletje, terwijl ik ook in deze schitterende achtertuin kan zitten. Naar huis maar weer. Met het gevoel dat ik de hele wereld weer aan kan. Met dank aan de Mookerheide.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel