‘De getuige op mijn huwelijk’

 

 

Over een paar weken trouwt Myriam met haar grote liefde Joost. Ze hebben allebei twee getuigen uitgezocht. Maar of die zo blij zijn met dit huwelijk…

 

 

 

 

‘Als ik de schone was terugleg in de kast zie ik hem hangen. Mijn trouwjurk. In een lange witte hoes zit een zilvergrijze japon vol met kleine lovertjes. Ik houd hem angstvallig verborgen voor mijn grote liefde Joost. Als het allemaal goed gaat trouwen we over een paar weken in kleine kring. Niet alleen vanwege de coronamaatregelen, maar ook omdat het voor ons allebei ons tweede huwelijk is.

 

 

Alleen onze kinderen, beste vrienden en getuigen zullen erbij zijn. Voor mij zijn dat mijn zusje en mijn dochter. Joost heeft gekozen voor zijn beste vriend en zijn broer Pieter. Je zou zeggen dat alles wel geregeld is voor deze bijzondere dag, maar hoe dichter de datum nadert hoe meer last ik krijg van stress.

 

 

De trouwlocatie is geregeld. We wilden het klein houden en als het allemaal goed gaat wordt het een prachtige dag. Maar of het allemaal goed gaat hangt wat mij betreft maar van één persoon af. Want Pieter, de broer van Joost, heeft een nogal uitgesproken mening. Al vanaf het begin van mijn relatie met Joost heb ik het nodige van Pieter moeten slikken. Ik heb het idee dat hij het niet eens is met de keuze van zijn broer voor mij, dat laat Pieter me namelijk vrij duidelijk merken. 

 

 

Als we met elkaar zijn negeert hij mij als het even kan. Hij vraagt nooit hoe het met me gaat en toont werkelijk geen enkele interesse voor wie ik ben of wat me bezighoudt. Dat je niet elkaar beste vrienden bent, daar kan ik wel inkomen. Tenslotte kies je de nieuwe liefde van je broer niet uit. Maar dat gedrag van die man slaat echt helemaal nergens op.  

 

 

Tussen Joost en mij zorgt deze situatie ook voor de nodige irritatie. Als ik weet dat Pieter bij ons op bezoek komt, dan zorg ik dat ik zelf een afspraak buiten de deur heb. Want het is toch niet normaal dat je zwager zo bot tegen je doet? Ik heb Joost al een paar keer gevraagd of hij met zijn broer wil praten, maar hij vindt dat onzin. Pieter blijft even onbeschoft en onaardig tegen me en dat maakt me af en toe heel onzeker.  

 

 

Gisteravond belde hij Joost om te vragen of het de bedoeling is dat hij in pak verschijnt, want daar had hij dus geen zin in. Natuurlijk weet hij dat hij mij daarmee dwarszit omdat ik graag een mooie bruiloft wil met gasten die feestelijk aangekleed komen en niet in een spijkerbroek verschijnen. Tot mijn stomme verbazing hoorde ik Joost tegen zijn broer zeggen dat hij best in zijn spijkerbroek mag komen.

 

 

Geïrriteerd trok ik de telefoon uit Joosts handen. Op mijn allervriendelijkst vroeg ik Pieter of hij voor deze ene keer in pak wil komen, om mij een plezier te doen. Maar toen zei Pieter dat hij mij helemaal geen plezier wil doen. Hij zei letterlijk: ‘Ik moet jou niet en ik wil geen getuige zijn voor mijn broer omdat ik helemaal niet achter dit huwelijk sta.’ Ik voelde het bloed in mijn oren suizen en sprakeloos gaf ik de telefoon terug aan Joost.

 

 

De rest van de avond heb ik zitten huilen. Ik ben zo in de war. De slappe houding van Joost en de opmerking van Pieter hebben me heel erg aan het twijfelen gebracht. En nu ik de jurk weer zie hangen weet ik echt niet wat ik moet doen. Ik houd van Joost, maar een huwelijk met een man die niet echt voor zijn vrouw kiest, zie ik niet zitten. En die gedachte kan ik maar niet van me afzetten…’