Onze columnist opereert undercover en ontfutselt mannen de échte waarheid over het daten. Deze week vertelt Dick over zijn eerste ontmoeting met Fatima. Zou het iets worden? Wat denk jij?

 

 

‘Denk ik wel’, zei ze steeds. Op alles wat ik aan haar vroeg of aan haar voorstelde, gaf ze steevast als antwoord: ‘Denk ik wel.’

 

Ik hoop dat het een heel leuke avond wordt’, zei ik toen we onszelf aan elkaar hadden voorgesteld. ‘Ik denk het wel’, zei ze.

 

‘Hou je van wijn?’ vroeg ik toen ik de wijnkaart overhandigd kreeg. ‘Denk ik wel’, was het antwoord, en ik gaf haar de kaart. Maar toen ze daarna een kwartier in stilte naar de menukaart had zitten staren, vroeg ik maar of het misschien een idee was dat ik iets voor haar zou bestellen.

 

‘Denk het wel’, zei ze natuurlijk weer.

 

‘Hou je van vis?’ vroeg ik haar. En je voelt hem al aankomen…

 

‘Ja, als je het niet zeker weet, kunnen we misschien beter vlees voor je bestellen,’ opperde ik nog, ‘of ben je misschien vegetarisch?’

 

‘Misschien’, zei ze toen. Nou, nou, we gingen vooruit!

 

‘Zou het morgen een beetje beter weer worden, denk je?’ Ja, ik vroeg maar iets geks om het gesprek een beetje gaande te houden. Of gáánde? Er wás gewoon geen gesprek!

 

Maar ze dacht het wel, natuurlijk. Ze dacht dat het morgen wel beter weer zou worden.

 

Zwijgend hebben we toen samen zitten eten, en ik moet zeggen: ik genoot er wel van. Ik genoot van het uitzicht, want ze was mooi, ze keek lief, en… nou ja, ze deed iets met me.

 

Maar ik zag het verder niet echt voor me.

 

‘Vond je het fijn?’ zou ik haar graag die nacht willen vragen. Maar ik dacht dat ik het antwoord wel kon raden.

 

‘Ik moet helaas wel om twaalf uur weer thuis zijn om de oppas af te lossen’, loog ik toen dus maar snel. Dat was niet zo, maar ik wist op een gegeven moment echt niet meer wat ik moest zeggen. Zeker niet zonder eerst te bedenken of  “ik denk het wel” er een passend antwoord op zou kunnen zijn.

 

‘Denk jij weleens?’ vroeg ik op een gegeven moment dus een beetje vals. Ja, je moet zo’n avond ook een beetje leuk voor jezelf maken.

 

‘Ja… wel,’ gaf ze als antwoord, ‘maar ik niet goed spreek Nederlands. Zag jouw foto op datesite en was verliefd als slag bij donderende hemel. Vriendin zei: “denk het wel” is altijd goed praatje bij mannen. Altijd eens, nóóit tegenspreken.’

 

En toen smolt ik dus. Ze deed gewoon haar best voor me. En zij deed dus niet voor niks iets met mij, dacht ik nog. Het is gewoon wederzijds. Denk ik…

 

 

Dick’s naam is vanwege privacy gefingeerd.
Zijn echte naam is bekend bij de redactie.