Bonje met je broer

 

Nationale broer- en zusdag. Weet jij nog waar jullie vroeger ruzie over maakten?

 

Mijn grote broer is drie jaar ouder dan ik. We zien elkaar niet zo vaak, want we wonen nogal ver bij elkaar vandaan. Maar we zijn wel van het type vier-handen-op-een-buik. Kom je aan m’n broer, dan kom je aan mij. Dat was vroeger wel anders.

 

Toen konden we ruzie maken als de beste. We hadden af en toe zo’n bonje met elkaar, dat onze moeder er helemaal gek van werd. Gelukkig waren we niet de enigen die elkaar soms het leven zuur maakten. “Rivaliteit en ruzie tussen broers en zussen is volgens de experts heel normaal. Zo leren kinderen op een veilige manier conflicten op te lossen,” legt ontwikkelingspsycholoog Kirsten Buist van de Universiteit van Utrecht uit. “Ze moeten wel, want broer en zus ben je voor het leven.”

 

Misschien herinner jij je nog wel waarom jij vaak ruzie met je broer of zus had?

 

  • Wie er in de auto voorin mocht zitten als er plek was.

Meestal was dat mijn broer, omdat hij veel langer was dan ik en daarom nogal klem zat op de achterbank van de auto.

 

 

  • Wie had de afstandsbediening van de televisie
    Dan bepaalde je automatisch welk tv-programma er werd gekeken op één van de twee televisiekanalen die er in die tijd waren. Ik verstopte dat ding altijd als ik bij de serie Black Beauty zat te zwijmelen. Daar had mijn broer een verschrikkelijke hekel aan en ging hij expres voor het beeld staan.

 

  • De oudste dacht automatisch ook meteen dat die de baas over je was
    Hoe vervelend als onze ouders een avondje naar de bios waren en mijn broer zei dat het mijn bedtijd was, om half negen ’s avonds, terwijl je vijftien bent.

 

  • Dat je echt niet aan de Lego of ander favoriet speelgoed mocht komen

Zijn Playmobil was echt veel leuker om mee te spelen dan die stomme Barbies waar ik het haar vanaf had geknipt. Ook omdat dat haar niet meer aangroeide….

 

  • Als er één iemand meer chips in z’n bakje had
    Op zaterdagavond was het feest. Met natte haartjes op de bank naar de 1-2-3-show van Ted de Braak kijken.

Dan mochten we een glaasje limo en chips, pretletters ofzo. Ik mocht de schaaltjes dan vullen in de keuken en nam er dan stiekem alvast een paar. Dan riep mijn broer altijd dat ik moest fluiten… gaat niet met volle mond.

 

  • Wie er moest wassen en wie drogen bij het afwassen,

Want tja, geen vaatwasser in huis. Dat was een klusje voor mijn broer en mij. Ik drukte natuurlijk zo vaak mogelijk mijn snor. Maar mijn broer liet alles na het wassen uiteraard net zo lang op het afdruiprek staan tot mijn zogenaamde huiswerk af was.

 

  • Wie er achter de computer mocht.

We mochten per dag een half uurtje msn’en. Maar ik werd al na vijfentwintig minuten door hem weggebonjourd als ik net lekker met m’n vriendinnen zat te chatten.

 

 

Mijn broer en ik hebben zo wel allebei geleerd dat iets nooit honderd procent van jou is, hoe hard we ook riepen dat het wel zo was. Daarom kunnen we nu prima delen! Hoe fijn is dat?

 

 

Door: Irene Smit