All I want for christmas is… een rooie blouse

 

All I want for Christmas… is June! Altijd juni, wat zou ik dat verrukkelijk vinden. Het moet nog kerst worden en ik heb niet eens kerstkleren.

 

Wel veel zomerspul, het kan me in deze donkere tunnelmaanden geen bal schelen waar ik in rondloop. Maar met kerst? Dan moet je toch iets roods aan, vind ik. Iets soepel vallends, zodat ik het ook ’s zomers aan kan. 

 

Liep ik gisteren in een winkel zomaar tegen de dunne, rode, perfecte kerstblouse van mijn dromen aan. Helaas pindakaas zat in die kerstblouse een mevrouw. Ik had willen roepen: ‘Doe uit! Niet kopen! Staat u niet!’ Het laatste exemplaar in mijn maat, verdorie. De andere die er nog hing, was me te groot. Op zich een fijne ervaring hoor, iets passen en dan nonchalant ‘veel te groot’ kunnen klagen. De mevrouw, in mijn aanstaande blouse, dreutelde voor de spiegel, terwijl de verkoopsters haar vertelden dat de rode kleur zo mooi stond bij haar bruine haar. Inwendig gilde ik: ‘NIET! Het maakt haar hartstikke flets!’ Toen deed ze hem uit en probeerde iets blauws met geel. ‘Niet echt kerst’, vonden de verkoopsters. En ik maar gillen hè, alweer inwendig: ‘WEL WEL WEL, hélemaal kerst, kópen!’ Ze deed het bijna. Maar nog net niet helemaal. Weer dat pashok in, de blauwe blouse uit en mijn rode weer aan. Minstens vijf minuten hard nadenken, draaiend voor de spiegel. ‘Hij is wat lang!’ aarzelde ze. Klopte, want zij was klein en ik ben lang. Bij haar leek het meer een jurk, of een schort. Hij zou mij echt stukken beter staan. ‘We kunnen er wel een zoompje in leggen hoor’, susten de verkoopsters. Ik kon me niet meer inhouden: ‘Dan haal je het hele model eruit’, zei ik. Dat vond mevrouw nou ook. Uit ging de blouse. De geelblauwe weer aan. Uiteindelijk, na tien minuten, ging ze de winkel uit met een grijszwart exemplaar. ‘Ik speel graag op safe’, zei ze verontschuldigend. Zonde, want die blouse oogde saai. Maar wie ben ik? 

 

Ik stortte me op de rode blouse, voordat iemand anders hem van het rek zou pakken. Toen ik hem aanhad, jubelden de verkoopsters dat de kleur zo mooi stond bij mijn grijze haar. Ja ja, en bij die andere vrouw bij haar bruine haar. De firma Jokkebrok. Toch, ik kon zelf ook wel zien dat hij fris stond. En hij zat als gegoten.
 

 

Nog steeds trouwens, want hij is nu van mij. En Man vindt hem leuk. Ook wel iets om (een klein beetje) rekening mee te houden. Mijn Zambiaanse ketting staat er fijn bij, vind ik, wordt het lekker rommelig van. Zo. All I want for Christmas… was die rooie blouse. Misschien vinden jullie het niks, oordeel zelf! Toch hè? Als ik morgen die blouse moet inleveren en dat het dan ineens juni is? METEEN!

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel