Dan ben ik toch lekker niet jarig…

 

Ik kom een dilemma tegen in het Volkskrant Magazine: iemand vraagt of hij met goed fatsoen het vieren van zijn verjaardag kan overslaan, omdat hij er zo tegenop ziet.

 

 

Hij wil niemand voor het hoofd stoten. Ik vind het een probleem van niks, je gaat toch niet tegen heug en meug iets vieren? Het is JOUW verjaardag. Maar wie weet zitten meer mensen ermee, dus daarom gooi ik het hier toch bij jullie op tafel.  

 

Wij geven zo nu en dan een enorme partij in de tuin, twee verjaardagen in één klap. Voor onze familie en vrienden. Toen we het een jaar niet deden, mailde een van onze nichtjes: ‘Tante Wiek en oom Flop (Rob is al veertig jaar verbasterd tot Flop), komt er nog wat van?’ Nou, dat jaar niet. Als je iets drie keer achterelkaar doet, denkt iedereen dat het voortaan altijd zo gaat. Bouw maar een verrassingselement in. Het is leuk, maar wel een onderneming. Boodschappen, happen fröbelen, geen koelkastruimte genoeg hebben, tuin speelrijp maken voor de kleine kinderen en dan een dag na het feest ontdekken dat je de kipsalade niet hebt neergezet. Zit je nog dagen kipsalade te eten. Dit jaar waren we jarig bij de olifanten in Zambia. Niemand wist het daar en dat de olifanten feestelijk trompetterden, was een staaltje van olifantentelepathie en leuk meegenomen.  

 

 

Mijn moeder had een hekel aan haar verjaardag. ‘Me de hele dag rot rennen, ’s avonds met de hapjes rond, de kamer blauw van de rook, dank je lekker, ik ben er niet op 7 augustus!’ Wat ze wél leuk vond: met mijn vader naar Parijs, zoals in 1978. ‘O enig,’ zei mijn zus, ‘gaan jullie naar Parijs? Dan kom ik ook.’ Ze vroeg zich niet af of onze moeder dat wel leuk vond. Ik ook niet, ik was al in Parijs omdat ik met vriendinnen door Frankrijk had gefietst. Dus ik meldde me vrolijk, bij wijze van verrassing, in het hotel waar mijn ouders en zus sliepen. 

 

Zus en ik gingen van je hiep hiep hoera voorbij aan de mogelijkheid dat mijn moeder misschien liever alleen met mijn vader in Parijs zou zitten. Ik kan het haar niet meer vragen, maar nu denk ik: ze baalde vast. Lekker zonder kinderen weg, staan je dochters ineens voor je neus in Parijs. We hadden het beter vooraf kunnen vragen, wetend hoe ze over haar eigen verjaardag dacht. Ze maakte wel altijd een groot feest van onze verjaardagspartijtjes. Tot mijn dertiende vond ik dat prachtig, daarna dacht ik: hoeft dit alsjeblieft niet meer? Best gek, dat ik daarin ineens op mijn moeder ging lijken. Nog steeds. Voor mijn kinderen verbouwde ik zonodig ook het hele huis tot partycentrum als ze jarig waren, als ik mijn eigen verjaardag maar mocht overslaan.

 

Kortom: laat elkaar er vrij in. Als het over en weer naar elkaars verjaardag sjokken als een verplichting gaat voelen, is dat niet de weg die je in wilt. Maar als je opgetogen van de ene verjaardag naar de andere stormt, je verheugend op de gezelligheid: vooral doen. Ik hoop dat die meneer met zijn dilemma het aandurft om te zeggen: ‘Ik ga met mijn vrouw naar Parijs!’ En dan hoop ik dat zijn familie niet denkt: Cool! Dan gaan wij óók!

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel