Einde gesprek

 

‘Hallo?’ ‘Ja, goedemorgen. Ik zou u graag iets willen vragen over een artikel dat u schreef over telefoongesprekken.’

 

 

‘Tsja… Dat wordt lastig, want ik moet nu de deur uit. Kan ik u daar vanavond even over terugbellen?’

 

‘Ach, nee, dat gaat helaas niet. Ik moet er zelf namelijk ook een stuk over schrijven, en mijn deadline is vanmiddag al.’

 

‘Oeps. Nou, bel dan maar even met de redactie! Zij kunnen je vragen misschien ook wel beantwoorden.’

 

‘Oké. Ga ik dat proberen! Dank u wel voor uw tijd en tip.’

 

………………

 

‘Goedemorgen, ik wil graag iets willen vragen naar aanleiding van een artikel op uw nieuwssite over telefoongesprekken.’

 

‘O? Waarom belt u mij dan? Kunt u dan niet beter de schrijver van dat artikel bellen?’

 

‘Dat heb ik al gedaan, maar hij verwees me weer door naar u, omdat hij geen tijd had en helaas het gesprek meteen weer moest beëindigen.’

 

‘O. Nou, lekker dan. Wat wilt u weten? Want ik weet niets over de inhoud van stukken, hè. Ik kijk ze alleen maar na op komma’s en punten.’

 

‘Nou, ik wil graag in contact komen met de hoogleraar die in het stuk genoemd wordt, want die kan mij vast meer vert…’

 

‘Ja, stop maar, want daar weet ik niks van! Ik verbind u wel even door met iemand anders.’

 

‘O’

 

………………

 

‘Goedemorgen, ik wil graag iets vragen over een artikel op uw site over telefoongesprekken.’

 

‘O, leuk! Vond je het mooi? Die mevrouw op die foto hoorde er niet bij hoor. Dat was gewoon een willekeurige dame. Dat had ik er toch wel bij gezet, hoop ik?’

 

‘Ja hoor, dat stond erbij. Ik wilde alleen iets vragen…’

 

‘O. Ho! Voordat je verder gaat: ik maak die stukken alleen maar op, hè. Over de inhoud heb ik niks te zeggen!’

 

‘Ja, nee, dat weet ik, maar ik wilde…’

 

‘Of wacht! Ik verbind je wel even door met iemand anders. Iemand die over alle content gaat. Die kan je wellicht veel sneller helpen dan ik kan. Doeg, doeg.’

 

‘O. Daag.’

 

………………

 

‘Goedemorgen, ik wil u graag iets vragen over dat stuk over het beëindigen van telefoongesprekken.’

 

‘Hè? Dat is toch allang gepubliceerd? Daar kun je alles over lezen op onze site hoor!’

 

‘Ja, nee, dat weet ik, maar ik wilde graag…’

 

‘En verder weet ik er niets van. Ik ga alleen over de inhoud van de site als geheel. Niet over de inhoud van de artikelen zelf.’

 

‘Ja, dat snap ik wel, maar ik had gehoopt dat er iemand bij jullie zou zijn die mij misschien verder zou kunnen helpen bij mijn eigen onderzoek naar…’

 

‘Nou, dat ben ik dus in elk geval niet. En ik moet je helaas ophangen, want ik heb nog drie andere bellers in de wacht staan ook.’

 

‘O. Oké… Nou, bedankt voor je tijd.’

 

………………

 

Zucht…

 

………………

 

‘Ja, met mij. Zeg, dat artikel over die telefoongespr…’

 

‘Met wie?’

 

‘Ja, met Tinus, natuurlijk. Dat artikel over de duur van die telefoongesprekken, dat wordt niks hoor. Ik probeer al de hele ochtend te achterhalen hoe lang het nou precies duurt voordat één van de gesprekspartners een telefoongesprek beëindigd, terwijl de ander daar nog niet aan toe is. Maar ik kom geen steek verder en de deadline is vanmiddag al, Dus ik wil je eigenl…’

 

‘Och, joh. Geen probleem! Dan zoek je toch gewoon iets anders om over te schrijven. Waarom heb je me niet meteen gebeld? Daar ga je toch niet de hele ochtend mee zitten modderen dan?!’ 

 

‘O. Nou fijn. Dan ga ik wel iets anders schrijven over communicatie. Ik las namelijk ook een artikel over de behoefte van mensen om zo nu en dan even hun ei kwijt te kunnen bij iemand, en dat dan….’

 

‘Ja, ja, is goed hoor! Maar ik moet je nu ophangen, want ik ga een meeting in. Succes met je stuk, hè. Ik spreek je morgen weer!’

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke