Het was weer bal op het terras

En Tineke moest er eerst nog wel zo om lachen..

 

 

Omdat de telefoon van mijn lief nog weleens gaat als we net op een terras ploffen, zit ik daar dus best wel vaak alleen. En daar is soms geen bal aan. Hij loopt dan weg, omdat hij niet wil dat iedereen meeluistert, en ik kan dan drie dingen doen: ik kan óók mijn telefoon pakken, ik kan gaan zitten luisteren naar de mensen om me heen, of ik combineer die twee. En dat laatste doe ik best vaak.

 

‘Ik ben gestopt met zomerkeezen,’ riep de dame naast me. ‘Vorig jaar vond ik er al niks meer aan, maar toen was het nog wel leuk.’ (sorry, ze zei het echt zo) ‘Ik ga dus alleen nog winterkeezen, want dan komen Joop en Jette niet. Die gaan dan overwinteren in Spanje en dan schijnt hier eindelijk weer de zon. Haha.’

 

‘O, ja?’ vroeg haar gezelschapsdame. Maar ze wachtte niet op antwoord. ‘Zo ben ik dus gestopt met tennissen. Ook om Joop en Jette! Ik moest namelijk maar naar de vrijdagavond, vond Jetteketet. Terwijl ik véél eerder op de dinsdag zat dan zij. Ik ga dus echt niet naar de vrijdag hoor! En toen ben ik er maar vanaf gegaan.’

 

‘Tsss. Wat moeten zij nou op tennis?’ vroeg de eerste weer. ‘Ze zijn niet eens sportief! Ze zitten alleen maar om elkaars lippen heen te draaien, maar effies de schouders onder elkaar zetten en een wedstrijdje uitspelen, ho maar! Het zijn ook geen sportmensen hè, zoals ons… Nog een wijntje doen? En een bitterballetje d’r bij, ofzo?

 

‘Hè ja, lekker! Blijven we toch nog een beetje in de balsport. En trouwens over lekker gesproken: Joop was vroeger ook lekker, vond je niet? Maar nu hij met Jette is, is er geen bal meer aan.’

 

‘Komt omdat Jette een Rotterdamse is,’ werd er beaamd, ‘en Rotterdamse humor is zó flauw.’

 

U begrijpt dus dat ik in Amsterdam zat. En dat ik dubbel lag omdat de dames ook nog vonden dat Joop en Jette beter op humor konden gaan, dan op tennis. Maar: ‘wou je alle ballen omhoog kennen houwen, dan mos je wel blijven sporten,’ vonden ze. En daarom besloten ze volgend jaar te gaan bowlen in plaats van tennissen. De bowlingbanen kwamen in Amsterdam als warme broodjes de grond uitgestampt en in één daarvan zou vast nog wel plek zijn voor twee sportieve dames, dachten ze. Bovendien schonken ze bij bowlingbanen bier! Dus er zouden vast ook veel mannen komen.

 

En dát was wat ze eigenlijk zochten, begreep ik later. Nu Joop weer bezet was, moest het vizier opnieuw worden gericht. Want ja… eenzaam zijn en een beetje zitten lezen, dat konden ze later ook nog wel, besloten ze lachend.

 

En toen moest ik toch even slikken. Zo helemaal alleen met mijn telefoon op het terras.

 

Door Tineke 

 

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) zeven muizen.