Een blauwtje op hoge poten

Ik heb maar sorry gezegd. Want een robbertje vechten zag ik ook niet zo zitten. Ik was al bont en blauw.

 

Ze kwam op hoge poten naar me toe gelopen! Luipaardlegging kei-strak om de niet meer zo stevige bovenbenen. Of eigenlijk wél stevig, maar niet meer zo strak. En ze liep een beetje hellend voorovergebogen op van die palen die eerder doen denken aan paaldansen dan aan een stukje lopen. Of… lopen?! Ze liet zichzelf bij elke pas naar voren vallen en zette dan telkens nog nét op tijd een voet naar voren om niet om te vallen. ‘Walk like an Egyptian,’ zong ik.

 

Nee hoor, nu overdrijf ik. Maar je hebt nu wel een beetje een beeld van wat er ongeveer op me af kwam stormen en waarvan ik dus nogal schrok.

 

‘Wat wouw je, aso!?’ riep ze tegen me.

 

‘Huh? Ik wou niks,’ antwoordde ik vriendelijk.

 

‘Je zei toch dat je net zo’n broek als mij wouw,’ brulde ze over het terras waar ik met een collega aan de wijn zat.

 

En dat was waar! Ik had inderdaad geroepen dat ik net zo’n broek als zij wilde, maar ik had niet gedacht dat ze dat kon horen.

 

En toch bedoelde ik er niets naars mee. Echt niet! Ik had namelijk twee enorme blauwe plekken op mijn bovenbenen en bedoelde dat zo’n legging dan veel prettiger zou zitten dan de veel te strakke spijkerbroek die ik daar nu overheen had gesjord.

 

Maar hoe kon ik haar dat nu zo snel uitleggen? Hoe duid je even snel dat je net aan je collega hebt verteld dat je een nieuwe bureaustoel hebt gekocht, maar dat die eigenlijk niet onder je bureau past? En dat je daar altijd pas achter komt als alle kaartjes er al af zijn en je al een hele ochtend hebt zitten schrijven. Ik schrijf namelijk aan een oude, houten eettafel. En daar zit een dikke, houten rand onder die nu blijkbaar iets te hard (en iets te lang) tegen mijn bovenbenen had geduwd. Ik had dus twee enorme blauwe dijen gecreëerd tijdens het tikken van mijn stukjes.  

Tineke

 

Maar het was inmiddels wel al opgelost. Mijn man had allang vier blokjes onder de tafelpoten gezet, waardoor mijn bureau nu fijn op hoge poten staat en ik er met mijn bureaustoel weer makkelijk onder pas.

 

Alleen staat mijn bureau een stuk stabieler op de hoge poten dan deze dame, denk ik. Want als iemand net zo’n broek als jij zegt te willen, waarom denk je dan meteen dat je in de maling wordt genomen? Waarom zie je dat dan niet als een compliment, als je die broek zelf blijkbaar zo mooi vindt?

 

Maar dat ging ik maar niet met haar bespreken. En op hoge poten terugblèren, daar had ik ook niet zo’n zin in, want we zaten al behoorlijk voor paal. Ik heb dus maar sorry gezegd. Want een robbertje vechten zag ik ook niet zo zitten. Ik was al bont en blauw.

 

Door Tineke

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.