Woman Behind the Brand: Marlous Marsman

 

Een vastomlijnd idee van ’later als ik groot ben’ had Marlous Marsman (39), director van Michael Page Amsterdam niet per se.

 

 

Wel zat de mix van het de ander naar de zin maken en commercieel succes boeken er al vroeg in. ‘Als kind speelde ik al hotelletje en tijdens mijn eerste baan als serveerster wilde ik wel altijd zoveel mogelijk aan ‘mijn’ tafel verkopen.’

 

Met Marlous spreek ik over hoe ze streeft naar meer vrouwen in hogere posities, over leiding geven en het combineren van werk en gezin. ‘Ik vind me-time zo’n vreselijk woord.’

 


Paspoort:
Naam: Marlous Marsman
Dochters: Sophie (7) en Julie (9)
Man: Crispijn Matzer (42), werkzaam als vastgoedontwikkelaar. Marlous en Crispijn werken allebei fulltime en wonen sinds vijf jaar in Naarden


Werken in tijden van corona
“Ik mis het vreselijk. Normaal gesproken was ik vijf dagen per week op ons kantoor aan de Zuidas. Hard aan het werk, lunchen met collega’s, samen lachen bij de vrijmibo, juichen als de gong klonk (de gong wordt bij Michael Page geluid als een bemiddeling heeft plaats gevonden) en ineens was ik heel veel thuis, druk met homeschooling en stond ik op het schoolplein in de weken dat de school wel open was. Meestal wel met mijn oortjes in hoor, want het werk ging natuurlijk gewoon door. Maar dat handje van mijn dochters in de mijne en even een ijsje eten tussendoor, daar geniet ik nu tegelijk wel enorm van. Het vele thuis kunnen zijn heeft ook ontelbaar veel mooie herinneringen opgeleverd.”

 
Van het een kwam het ander
“Ik speelde vroeger graag hotelletje. Dan bouwde ik een nepreceptie en deed ik de incheck. ‘Hoeveel dagen wilt u blijven?’ vroeg ik dan aan mijn fictieve gasten. Ik kon niet wachten om een baantje te nemen, want die hoeveelheid kleedgeld vond ik natuurlijk veel te weinig. De combinatie van het servicegerichte, het anderen naar de zin willen maken en het commerciële zat er toen al in. Ik probeerde altijd zoveel mogelijk te verkopen aan ‘mijn’ tafel. Na de Hotelschool kwam ik terecht bij een klein recruitmentbureau in Den Haag en dat werk lag me heel erg. Je inleven in degene die je voor je hebt en daar de beste baan voor vinden en zowel werkgever als werknemer gelukkig maken, dat past bij mijn servicegerichte aard. Michael Page is natuurlijk een beursgenoteerd bedrijf dus winst maken en het goed doen, dat past mij ook.”

 

Bij Michael Page zijn resultaten goed zichtbaar en kan je allemaal leuke reizen en prijzen winnen als je de meeste mensen recruit. Daar ging ik vol voor. Ik behoorde tot de best performers en ben ook een aantal keer nummer 1 van Nederland geweest. Afijn, van het een kwam het ander en toen werd ik gevraagd om een team aan te sturen. Dat aansturen en het niet alleen maar zelf willen doen heb ik moeten leren en ging met vallen en opstaan. Mijn grootste struikelblok? Aardig gevonden willen worden. Dat kan niet altijd en dat hoeft niet. Laatst sprak ik iemand streng toe en terwijl ik me omdraaide, wist ik dat zij dacht: wat een bitch. En toen dacht ik, ja we komen er wel. Want in deze functie moet je af en toe beslissingen nemen waar niet iedereen blij mee is. Van mannen lijken mensen dat makkelijker te accepteren; de daad staat los van wie ze zijn als persoon. Bij vrouwen ligt dat anders, zowel in de beleving van anderen als van onszelf want het liefst wil ik natuurlijk ook dat iedereen me ook aardig vindt.

 

 

“Het moet immers om gelijke kansen blijven gaan.”

 

 

Vrouwen aan de top
‘Wij hebben daar als bedrijf heel bewust op ingezet. Door een diverser managementteam en boardsetting te hebben stimuleer je creativiteit en innovatie. De zachte eigenschappen van een vrouw en haar empathische vermogens kunnen daarin echt een meerwaarde hebben. We hebben een aantal projecten opgezet waarbij we bewust hebben ingezet op een juiste verhouding man-vrouw. Het hele carrièrepad zijn we gaan analyseren: krijgen mannen en vrouwen gelijke kansen om carrière te maken binnen Page? Hoe kunnen we flexibel werken integreren? We hebben een periode gehad waarin alle vrouwen na hun zwangerschapsverlof nooit meer terugkwamen omdat je bij ons alleen maar fulltime kon werken. Dat hebben we veranderd en deze tijd ligt inmiddels ver achter ons. Inmiddels zijn wij vooruitstrevend te noemen en zijn wij dusdanig ver in het programma dat wij nu aanpassingen voor vrouwen en mannen aan het doorvoeren zijn. Het moet immers om gelijke kansen blijven gaan. Ook klanten die op zoek zijn naar een fulltimer probeer ik te vertellen dat je daarmee een heel grote groep geschikte kandidaten uitsluit. Tegenwoordig verzetten zowel vrouwen als mannen in die vier dagen waarschijnlijk minstens zoveel werk als minder ervaren personen in vijf doen.

 

Verder probeer ik vrouwen minder bescheiden te maken. Die recruitmentgong waar ik over vertelde, daar moet ik vrouwen soms echt naartoe duwen. Voor hen hoeft dat niet zo nodig, terwijl sommige mannelijke collega’s hun ‘overwinningen’ opsparen en dan even vier keer op dat ding gingen rammen en er echt een showtje van maakten.’

 

Equal pay
‘We hebben onderzoek gedaan naar equal pay en een aantal programma’s opgezet waar vrouwen in managementposities werden gekoppeld aan een vrouwelijke consultant, zodat je een vrouwelijke mentor hebt die je helpt om door te ontwikkelen naar de top. Ook over advertentie-uitingen denken we goed na, zodat we in onze woordkeuze zowel vrouwen als mannen verleiden. Als je zegt ‘we zoeken een it-nerd’, dan trek je alleen mannen aan. Door gelijke kansen te bieden aan vrouwen en mannen ga je schaarste in kandidaten tegen.’ Laatst is ons eerste vrouwelijke Executive Boardmember Global benoemd; ik denk dat door dit soort dingen het besef dat je als vrouw ook de top kan bereiken door de hele organisatie doorsijpelt.’

 

Benadeeld door je uiterlijk
‘Ik vind het heerlijk om er verzorgd uit te zien. Het idee dat te veel uiterlijk vertoon je benadeelt in je carrièrekansen heb ik totaal niet. Je moet daarin ook niet vertrutten. Ik probeer mijn dochters wel weerbaar te maken en tegen een flauwe grap van een mannelijke collega zijn ze hopelijk over vijftien jaar opgewassen.’

 

Werk, kinderen en jij
‘Ik vind me-time een vreselijk woord, want ‘me’ dat is ook de Marlous die werkt en de Marlous die kinderen heeft, dus me-time is er altijd. Maar werk heb ik echt nodig. Lekker naar Amsterdam, onder de mensen zijn, mijn eigen geld verdienen, bijblijven door jongere collega’s: heerlijk. Of op vrijdag na het werk met vriendinnen in een cafeetje afspreken en ’s avonds laat met de Uber naar huis. Maar de volgende dag sta ik dan net zo goed weer vol energie langs het hockeyveld bij mijn dochters, maar dan heb ik wel een topavond gehad.’

 

Vragen om snoep
‘Mijn kinderen zien nu ik veel thuis werk door corona ook dat ik meer ben en doe dan alleen moeder zijn. Ik denk dat het goed is dat ze een voorbeeld hebben van een moeder die werkt. Dan zit ik ineens twee uur in een call en ben ik niet aanspreekbaar. Ze weten overigens wel dat dit het perfecte moment is om snoep te vragen, want dan zeg ik meteen ’ja’, om er maar vanaf te zijn.’

Bewuster genieten
‘Ik denk dat ik heel bewust geniet van mijn kinderen. Mensen uit mijn omgeving die niet werken kunnen soms een beetje snauwen tegen hun kinderen. Dat begrijp ik, want als je er de hele week tussen zit, word je er af en toe natuurlijk ook een beetje gek van. Ik ben een leuker mens als ik werk, het geeft me energie. Dus ik sta straks weer te trappelen om naar kantoor te gaan.’

 

 

“Mijn eerste baantje? Ik kom uit Gouda, dus kaasmeisje.”

 

 

Hoe het thuis was
‘Mijn moeder werkte drie dagen bij Siebel Juweliers. We hadden wel zo’n ouderwets gezin waarbij mijn vader vijf dagen werkte, om 19:00 uur thuiskwam en mijn moeder een borreltje voor hem inschonk. Vrij traditioneel, maar dat werken leuk was, dat wist ik meteen. Mijn eerste baantje? Ik kom uit Gouda, dus kaasmeisje.’

 

Iedereen een rolmodel
‘Ik heb niet één rolmodel. Elke werkende vrouw om me heen is een potentieel rolmodel. Als ik jouw verhaal hoor met een eigen bedrijf en drie dochters of Eva Jinek die daar met een klein zoontje toch gewoon elke avond een talkshow maakt, dan trek ik me daar aan op. Vrouwen moeten toch vaak meer keuzes maken en daarom ga ik ook echt op de eerste vrouw van de lijst van mijn partij stemmen.’

 

Wat mensen bewonderen aan mij
‘Het harde werken, het optimisme, ik denk in kansen en wat kan. Als iemand het niet meer ziet zitten, vraag ik: wat kan wel, wat is wel goed gegaan? Verder heb ik geleerd dingen goed te regelen en niets uit te stellen. Veel vrouwen klagen over die volle wasmand, maar die heb ik niet. Doe ik gewoon even, hup, tijdens een telefoontje en mijn email check ik ook in de rij van de supermarkt.’

 

Vrouwen in het hogere segment, zo lukt het in drie punten
‘Ten eerste moet je bereid zijn concessies te doen. Als je echt een goede baan hebt kun je niet elke dag op het schoolplein staan, klassenmoeder en luizenmoeder zijn.

 

Ten tweede: ambitie durven uit te spreken, minder bescheiden zijn. En ten derde: vanuit de werknemer moet je heel hard willen werken om de top te bereiken. Als werkgever moet je de kans creëren voor vrouwen, kijken naar wat je intern kan beïnvloeden om vrouwen die kans te geven. Zo kun je je als bedrijf beperken in het behalen van dit doel als je die fulltime eis maar blijft stellen.’

 

Dan nog een paar office-dilemma’s 

 

1. Vergaderdier of één-op-één sparrer? ‘Eén-op-één.’

 

2. De hele dag op kantoor of on the road? ‘On the road.’

 

3. Sporten na het werk of neerploffen met een glas wijn?
‘Eigenlijk meer het laatste, maar in coronatijd ben ik zowaar meer aan de wandel gegaan.’

 

4. Altijd bereikbaar of laptoploze luwtes? Altijd bereikbaar.’

 

5. ‘Out of office’ aan tijdens vakanties of uit? ‘Zeker niet uit, ik ben altijd bereikbaar.’

 

6. Overwerken of alles op tijd afhebben tot een kunst verheffen?
‘Toch wel overwerken, al zijn die weken waarin ik zeventig uur draaide niet meer nodig: door ervaring en vertrouwen gaat alles een stuk soepeler.’

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach