Marja en Hains huurden een huisje in Mierlo en kwamen in Nuenen de Sint en zijn pieten tegen.

 

 

Het is alweer jaren geleden dat ik Zwarte Piet voor het laatst in het wild tegenkwam. Maar ja, je ziet hem ook steeds minder de laatste tijd. Ik weet nog goed: het was in Nuenen, in de Vincent van Goghstraat. Ik had met Hains een kort verblijf geboekt in het Brabantse Mierlo in een bungalowpark met een soort Asterix & Obelix-huisjes rond een open plek in het bos. Puzzelliefhebbers noemen dat een tra.

Het Van Gogh-dorp Nuenen (Vincent heeft er twee jaar gewoond, rond zijn dertigste) lag vlakbij, dus daar wilden we als aardappeleters na Arles en St. Remy ook nog even langs. Met de bus ernaartoe dus, met een Met-Elkaartje (wie heeft dat in vredesnaam verzonnen?), dat is een samenreiskortingskaart voor busreizigers in Brabant. Uitgebloeide zonnebloemen in mandjes die aan lantaarnpalen zijn opgehangen (of nog niet weggehaald), de Aardappeleterssteeg, een weinig inspirerend standbeeld van de meester in het park en Cafetaria Van Gogh. Alles heeft het dorp uit de kast gehaald om de herinnering aan de kunstenaar levend te houden. Het oude hervormde zaalkerkje, omringd door oude bomen, dat hij een paar keer geschilderd heeft, staat er gelukkig nog steeds.

 

Graag had ik ook nog even bij de Sint op schoot gezeten

 

Maar toch: de meeste indruk maakte Zwarte Piet (zou de kleine Vincent hem gekend hebben?). We kwamen hem tegen met een juten zak in de hand. Ik herkende hem meteen aan zijn pofbroek, de kleurige fluwelen wambuis, de grote kanten kraag en de baret op zijn hoofd, met een veer. Leuk om hem weer even te spreken. En: ik kreeg (net als vroeger) weer een hand vol pepernoten mee. Hains had aan de overkant van de straat ook Sinterklaas nog zien lopen, maar die was inmiddels in het winkelend publiek verdwenen. Jammer, hem had ik graag ook nog even gesproken. Van hem kon ik altijd op aan, maar ik heb hem dat nooit kunnen vertellen.

Café Schafrath biedt een herkansing. Als we daar koffie en warme chocolademelk bestellen (de chocolademelk is voor mij natuurlijk), komt de Sint onverwacht binnen met zijn gevolg. Hij loopt vlak langs ons tafeltje en neemt plaats op een troon te midden van een groep kinderen die hem een beetje verlegen en vol eerbied beginnen toe te zingen. Het heeft meer de sfeer van Nu sijt Wellecome dan van Sinterklaas Kapoentje, maar daarna wordt het toch nog heel gezellig. Graag had ook ik nog even bij de Sint op schoot gezeten, maar als ik Hains aankijk, denk ik: laat ook maar, het is goed zo.

We eten die avond aardappels, terug in Mierlo. Gebakken in een Tefalpan: de tijden veranderen. Ik denk aan mijn zoons Erik en Floris. Aan de Sint- en Pietenpakjes die ik ooit voor ze gemaakt heb. Ik bewaar ze nog steeds in een koffer onder het logeerbed. Ze waren er heel blij mee toen. Floris wou zelfs naar de Pietenschool, weet ik nog. Totdat ze elkaar dude en gast begonnen te noemen…

 

 

Marja van Hout houdt van het onverwachte en gaat het liefst zo onvoorbereid mogelijk op pad. Alleen of samen, vaak met vriend Hains, beleeft ze avonturen. Kleinschalig, maar toch.