Vanochtend voelde ik me nog veilig

 

Maar na alles wat er vandaag in Utrecht gebeurde ben ik nu geschrokken en bang.

 

“Dag schat, tot straks!” Mijn man riep dat voordat hij vanmorgen de deur uitging. Vorige week hadden we nog dikke ruzie – omdat ik me tekort gedaan voelde, en hij zich niet gewaardeerd – maar vandaag zei hij weer gewoon “schat”.

 

“Ja doei, tot straks,” riep ik terug. Zijn eerste afspraak was in Hoofddorp en daarna moest hij nog even langs Utrecht. Een doodnormale dag zou het worden, net als voor veel andere mensen in Nederland. Mopperend opstaan, mopperend onder de douche, mopperend een broodje smeren, en daarna mopperend naar (of aan) het werk.

 

Het is tenslotte maandag. En op maandag is het weekend voorbij, dus is het leven minder leuk. 

 

Zelfs als de wind eindelijk is gaan liggen, en de regen niet meer met bakken tegelijk langs de ramen stort; het blijft gewoon een maandag. Een lastige dag voor veel Nederlanders.

 

Zeker na afgelopen vrijdag. Toen er iemand aan de andere kant van de wereld besloot om zomaar 50 mensen het leven te ontnemen. Gewoon omdat hij dat gezien had van weer iemand anders. Iemand die daar erg veel aandacht mee had gekregen, en ja … je zult maar verlegen zitten om aandacht.

 

Of jezelf gepasseerd voelen, te kort gedaan, niet gewaardeerd, of bang. En als dat gevoel dan ook nog gevoed (of bevestigd) wordt met nepnieuws…

 

Maar hoe komt zo iemand eigenlijk aan die wapens? denk ik dan. En wat ging er mis in iemands brein, dat hij zoiets kan? En ik ben tegelijkertijd blij dat het heel ver weg gebeurde. Helemaal aan de ander kant van de wereld, waardoor ik het nog een heel klein beetje op afstand kan houden in mijn eigen hoofd, hart en verstand.

 

Ik wil niet in zo’n wereld leven! En gelukkig leef ik in elk geval nog in een land waar dit soort dingen niet gebeurt, dacht ik vanmorgen toen mijn man vertrok en ik de weekendkranten bij het oud papier gooide.

 

Ik voel me veilig hier. En ik ben de mensen die dat regelen erg dankbaar.

 

Zelfs als ik daarvoor meer belasting moet betalen, en niet altijd het recht heb om alles te mogen weten; ik vind het allemaal prima als mijn Nederland dan fijn mijn Nederland kan blijven. Een land waar we nog een klein beetje normaal met elkaar omgaan, als je Urk en vorige week even niet meetelt.

 

Want van welke kant je dat eiland ook bekijkt; als je de gebeurtenissen daar aandikt met nepnieuw, foute beelden en overdrijvingen wordt al die idioterie nóg erger. En ik hoopte dan ook dat Nederland iets had geleerd van Urk, dit weekend. En dat we weer in alle onschuld vanochtend mopperend aan het werk konden. Gewoon, omdat het maandag was.

 

En toen was daar ineens Utrecht!

 

Als donderslag bij (eindelijk) heldere hemel wonen ook wij nu ook in een land waar mogelijke terroristische aanslagen worden gepleegd. Kun je zomaar op een doordeweekse dag worden doodgeschoten, of ernstig verwond, omdat iemand anders daar behoefte aan heeft.

 

Ik schrik en ik ben bang. Ik bel mijn man en krijg hem niet te pakken. En net als misschien heel veel andere mensen kan ik er ineens niet meer van uitgaan dat mijn dierbaren gewoon veilig zijn. Doodeng!

 

Gelukkig kreeg ik na twee onrustige uren de bevestiging dat de man (waar ik nog lekker even mee verder wil ruziën) oké was. “Hij kwam naar huis,” zei hij. Pfff …

 

Maar voor iemand anders in Nederland komt dat bericht vandaag niet. En dat is dan de eerste.

 

Er zijn vanmorgen mensen in de tram gestapt om daar nooit meer uit komen, omdat een ander mens besloot zich te gedragen als een mogelijke terrorist. En ook al begrijp ik de definitie van dit woord niet zo goed, als ik het bijvoorbeeld vergelijk met Alphen aan de Rijn van een paar jaar geleden, toch voelt dit nóg angstiger.

 

We breken record na record in Nederland. De heetste februari, de natste dag, de droogste zomer, de hoogste pollplaats bij het songfestival, en nu dit… De eerste keer drie doden bij wat de politie een mogelijke terroristische aanslag noemt.

 

Maar mag het alsjeblieft bij dit record blijven dan? Want ik ben zo bang. En ik leef zo verschrikkelijk mee met de nabestaanden en de slachtoffers van deze maandag.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke