Tweedehands kleding is allang geen teken van armoede meer!

 

Zeker niet als je er ‘pre-owned’, ‘pre-loved’ of ‘vintage’ opplakt.

 

Er is dus een bepaalde broek van een bepaalde ontwerpster waar ik zo mee in mijn nopjes ben dat ik er geen genoeg van kan krijgen. Daarom heb ik ‘m in verschillende kleuren en stoffen en nog is het nooit eens genoeg met die broek. Pittig aan de prijs ook waardoor ik geregeld op tweedehands websites kijk voor je weet maar nooit. En jawel hoor. Een regelrechte bingo in het flessengroen, uiteraard zo goed als nieuw en op te halen op een studentenzolderetage in Amsterdam. Tegen de tijd dat ik op de vierde – of was het de vijfde? – etage aankom ziet het zwart voor mijn ogen en als ik me op een vreemde slaapkamer in de broek sta te wurmen word ik opeens overvallen door zo’n intens armoedig gevoel dat ik besluit dat het nu maar eens klaar moet zijn met dat scharrige gescharrel naar tweedehands goed.

 

Maar wat denk je? Ik heb er helemaal niets van begrepen!

 

Want de handel in tweedehands goed, die sinds de hippietijd überhaupt nooit is weggeweest, floreert nu als nooit tevoren en is allesbehalve een teken van armoede. Nog nooit was het aanbod ook zo groot en zo gedifferentieerd als nu. Voor jongeren is het een sport om rommelmarkten, kilowinkels (waar tweedehands kleding op gewicht wordt betaald), kringloopwinkels, tweedehandskledingwinkels en opkopers als Gideon Italiaander af te struinen op zoek naar hippe, goedkope, opvallende stukken. En veel van de handel speelt zich tegenwoordig dus af tussen particulieren onderling – dus zo scharrig ben ik nou ook weer niet bezig. Fysieke vintage winkels en gespecialiseerde websites zijn er vervolgens in alle soorten en maten. Heel chique, zoals de site Vestiaire Collective die eisen stelt aan de merken – van H&M worden bijvoorbeeld alleen de exclusieve lijnen geaccepteerd – en aan de staat van de kleding en die imitaties van designerspul weert. En, aan de andere kant van het spectrum, een site als Vinted, waar ook goedkope spullen kunnen worden aangeboden.

 

Net zoals in de hippietijd inderdaad, toen ik in muffe bontjassen van de rommelmarkt liep en een rek vol ‘omajurken’ had. Alleen spraken wij vroeger van tweedehands – oude rommel volgens mijn moeder – en heet het nu ‘pre-owned’ of ‘pre-loved’ of ‘vintage’. Veel van het aanbod is helemaal niet zo oud en als je het treft hangt het prijskaartje er zelfs nog aan en is het spul nog nooit gedragen.

 

Reden? Onze kasten puilen uit. We schijnen gemiddeld meer kleding in huis te hebben dan ooit tevoren en zo duurzaam is dat allemaal niet. Dus in plaats van steeds maar weer nóg meer nieuw spul aan te schaffen kijk je gewoon net als ik af en toe heel hip of er ‘pre-owned’, ‘pre-loved’ of ‘vintage’ nog iets tussen zit.

 

Bron: NRC

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans