Meneer en mevrouw maken een ommetje

 

Mevrouw met haar rollator, en meneer loopt langzaam achter haar aan.

 

Frisse lucht is gezond. En bewegen ook. Dat hebben ze zo geleerd, en dus ze gaan elke dag even naar buiten. 

 

Alleen, lieve meneer en mevrouw… Vroeger was dat ook gezond. Maar nu even niet!

 

Meneer en mevrouw lopen samen op de stoep. En dat is dan wel weer goed, want dat is veilig. Alleen is die stoep nogal smal en daarom kan er nu niemand meer langs. Ik heb wat boodschappen nodig, maar wil graag zo kort mogelijk op straat lopen. Ik kan alleen nergens langs ze, want ze blokkeren het hele trottoir. En op de weg rijden auto’s, dus ik kan ook niet even uitwijken via de rijbaan.

 

Ik zal dus even geduld moeten hebben…

 

Meneer en mevrouw staan even stil nu. Zijn ze moe? Nee, ze kijken samen naar de overkant van de straat. Naar het huis waar Piet en Clara vroeger woonden. Er is veel veranderd, constateren ze. 

 

En dat klopt! Piet ligt nu namelijk op de intensive care en Clara is helaas vorige week al overleden. Ze woonden natuurlijk al jaren niet meer in dat huis aan de overkant, maar in een bejaardenhuis. En dat was maar goed ook, dachten Piet en Clara een paar weken geleden nog. Nu hoefden ze namelijk zelf geen boodschappen te doen en werd er goed op ze gelet.

 

Kun je nagaan!

 

Meneer en mevrouw kijken nu wat geïrriteerd achterom. Waarom sta ik zo op een afstandje naar ze te kijken? vragen ze zich af.  

 

Nou, omdat ik niet te dicht bij jullie wil komen, natuurlijk. Omdat ik niemand wil besmetten als ik het virus al bij me draag, maar dat nog niet weet. 

 

En óók omdat ik het zelf niet wil oplopen. Je weet het namelijk niet nu, hè. Heb ik het al, krijg ik het nog, of heb ik het al gehad? Eng hoor.

 

En ik wil graag mijn dierbaren – zeker die al op leeftijd zijn (en die nu geen bezoek mogen hebben) – beschermen. Het is al triest genoeg dat we elkaar nu niet kunnen zien, dus ik hoop maar dat ze in leven blijven tot deze crisis voorbij is. Ik wil ze namelijk graag nog een keer knuffelen voordat ze… 

 

Nou ja, daar wil ik nog even niet aan denken…

 

Maar ik vind het dus best wel oneerlijk dat ik hén nu niet kan zien, maar Meneer en Mevrouw wel steeds langs mijn raam zie hobbelen.   

 

Ik probeer namelijk te voorkomen dat we met te veel mensen op de intensive care belanden, omdat het daar nu niet te doen is. Heb je de documentaire ‘Levenslucht – een week op de IC tijdens corona’ gezien? Als we kunnen voorkomen dat we een beademingsapparaat nodig hebben, dan moeten we dat doen. Toch? Daarmee helpen we niet alleen onszelf, maar ook al die oververmoeide mensen die in de zorg werken.   

 

Meneer en mevrouw zuchten. Zouden ze gehoord hebben wat ik denk? Nee toch? Maar ze gaan zowaar iets aan de kant. En dat is lief, én beleefd. 

 

Maar ik denk nog steeds dat het beter is als zij nu ook even binnenblijven. Want net als de jeugd die in het begin wat eigenwijs was, zie ik toch ook nog heel veel ouderen op straat. En dat is op zich niet eens zo erg, maar als je wat langzaam bent – of wat dovig – probeer dan alsjeblieft op zijn minst ook af en toe een beetje om je heen te kijken of je niemand in de weg loopt (op straat, of in de supermarkt). 

 

En ga in vredesnaam niet steeds gezellig staan beppen nu! We weten wel dat jullie de oorlog nog hebben meegemaakt. En óók dat dat veel en véél erger was. Maar toch… Niemand is veilig nu! En als je het dan niet voor jezelf doet, doe het dan alsjeblieft voor een ander!

 

Blijf thuis! En ga de docu van Jessica Villerius kijken.

 

Dank namens iedereen.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke