Tijd voor een reset

 

Dat het niet goed gaat met de wereld is inmiddels wel duidelijk.

 

 

 

We kampen met pandemieën, klimaatverandering en oorlogen, en met de mensheid in het algemeen gaat het ook al niet zo best. Vooral de ontevredenheid valt me steeds meer op.
Zo zat ik afgelopen weekend met een familielid op de eerste hulp en wat ik daar hoorde stemde me bepaald niet hoopvol. Wat een ontevredenheid, cynisme, ondankbaarheid en permanent gevoel van ongelijkheid.

 

We zaten allemaal op onze eigen twee vierkante meter naast elkaar, met daartussen wat gordijntjes. Als “mijn” patiënt dus even een traan moest laten dan kon dat zonder dat iedereen meekeek. Heel fijn.

 

En wij hadden onze patiënt tussen ons in binnen gebracht en daarom mochten wij allebei bij haar blijven. Het wachten duurde uiteindelijk wel bijna zes uur, maar vooruit; we voelden ons veilig en onze patiënt werd steeds opnieuw bezocht, bevraagd, geprikt en gemeten. Mijn man ging echter al snel naar huis om een eventueel “overblijftasje” te halen en ik bleef daarna als enige achter bij onze patiënt. Maar toen was de onvrede aan de andere kant van de gordijnen al aan het woekeren. Want waarom mochten wij wél met zijn tweeën blijven, en mocht er bij de meneer naast ons maar één iemand naast zijn bed zitten? Hij had al drie mensen aan de lijn gehad die graag even langs wilden komen, maar hij moest ze allemaal teleurstellen. Zo oneerlijk.

 

Een andere meneer had een kindje aangereden, en maakte zich meer zorgen om de schade aan zijn voertuig dan om het kind. Want dat domme kind had gewoon uit moeten kijken. Hij belde met Jan en alleman, zat luidruchtig filmpjes en muziek te luisteren en was zwaar ontevreden over van alles en nog wat, tot hij uiteindelijk (gelukkig) naar huis mocht.

 

En even verderop zat iemand die koffie kreeg met een plakje ontbijtkoek erbij. Dat moest ook, want hij had blijkbaar diabetes en wij verder allemaal niet. Maar de onvrede daarover deed alle gordijnen weer wapperen. Zeer oneerlijk en niet gastvrij was dat blijkbaar.

 

Nou moet je natuurlijk ook weer niet té gastvrij worden in een ziekenhuis, want dan blijven we komen. Maar wees als patiënt gewoon blij dat er met aandacht wordt gekeken of je meer zorg nodig hebt (en dus moet blijven) of dat je veilig naar huis kunt omdat er niet zoveel aan de hand lijkt te zijn, denk ik dan. Dat is toch het enige doel op zo’n eerstehulpafdeling? Dus zeur niet zo.

 

Maar nee hoor, er werd over 34 andere dingen ook aan een stuk door gemopperd, en dat het zo lang duurde was een ieder helemaal een doorn in het oog. En ja… ons ook. Maar geen haar op mijn hoofd die daar (hardop) over ging mopperen.

 

‘Wees verdomme blij dat je niet in Oekraïne naar het ziekenhuis moet omdat je bent beschoten, en dat het ziekenhuis er dan helemaal niet meer staat!’ riep ik dus een keer iets te luidruchtig achter onze gordijntjes vandaan. Ik weet wel dat ik me niet met anderen moet bemoeien, maar het werd me even te veel. Wij zitten namelijk in het hoekje waar op dit moment de klappen even vallen, maar toch ben ik steeds weer blij dat we die klappen in Nederland te verwerken krijgen. En dat moest ik toen effies kwijt daar.

 

En inderdaad! Het was daarna zowaar anderhalve minuut stil. Maar daarna hoorde ik iemand fluisteren: ‘Die is zeker in de war.’

 

En ja… dat was ik ook!

 

Want ik zat ook nog een krantje te lezen om een beetje tot rust te komen, naast mijn inmiddels in slaap gesukkelde patiëntje. En wat las ik daar?

 

Dat door software-updatefoutjes combimagnetrons nu denken dat ze een stoomoven zijn. 

 

Hahahaha. Wat???

 

Gaat het mensen?

 

Of moeten we de wereld in zijn geheel maar even resetten?

 

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke