Opscheppen is niet netjes

 

May is voor anderen een fijn luisterend oor bij tegenvallend resultaat. Maar nu wil ze graag eens naast haar schoenen kunnen lopen en heel erg trots zijn op haar kleine prinses.
 

 

Opscheppen is niet netjes. Toch doe ik het. Een beetje. Want er is een karaktereigenschap in mij waar ik blij mee ben. Of beter gezegd, ik mis er een. Jaloezie is mij vreemd. Nou ja, als ik mijn man bel en een vrouwelijke collega neemt zijn telefoon op (waarom neem je zijn telefoon op?! Dat doe ik zelfs niet eens) en vraagt of ik later even terug wil bellen omdat hij nu ‘even koffie voor haar aan het zetten is’ ben ik in staat in de auto te stappen om haar persoonlijk tegen de muur te kwakken, maar verder valt het mee.

 

Heeft de buurman een fonkelende voiture aangeschaft, steek ik een duim omhoog. Krijgt mijn vriendin een geweldige baan, ben ik trots. En als het mijn buurvrouw lukt om buiten de vakanties om drie weken vrij van school te krijgen en in de donkere januarimaand met haar gezin naar Zuid-Amerika reist, denk ik bewonderend: dat heeft ze toch maar even mooi voor elkaar gebokst.

 

Toen onze Flo anders bleek, behield ik dit. Goddank mag ik wel zeggen. Anders is de realiteit rauw. Het zoontje van vrienden werd als jongste ooit gescout voor Ajax, de dochter van mijn vriendin kreeg onverwacht VWO-advies in groep 8, het nakomertje van andere vrienden kon al lezen op haar derde en ons neefje is hoogbegaafd. Ik high-fivede, sprong in de lucht, trok een fles wijn open en juichte mee.

 

Hun succes stond los van ons verdriet. Het ergste zou zijn als mijn vrienden hun goede nieuws zouden indekken of inleiden omdat ik dit soort momenten met Flo niet vier, maar ook zij zien het niet zo. Ik hoop ook een fijn luisterend oor te zijn bij tegenvallend resultaat. Geen begripvoller verstaander dan ik, als je kind toch naar het VMBO moet. Ik heb de perfecte troostende zinnen paraat. Ik heb ze immers zo vaak tegen mezelf gezegd. Het leven gaat om meer dan school. Bovendien, en dat vind ik echt, vind ik een technische opleiding minstens zo ingewikkeld als een universitaire. Goed, ik mag mijn universitaire titel op zak hebben, laat mij twee draadjes solderen en ik faal episch. Ieder mens is nodig, is mijn moraal.

 

Ook deel ik de successen van Flo. Ze kan fietsen, is zindelijk, begint letters te herkennen, te benoemen, aan elkaar te rijgen. Nu is er iets met ons kleinste meisje aan de hand. Ze leest als een wereldwonder. Haar CITO? Foutloos. Haar leestest? ‘

 

 

Ze scoort tweeënhalf jaar hoger dan gewenst en ze verslindt in een dag een boek dat is bedoeld voor kinderen die twee jaar ouder zijn dan zij. Dus als mensen aan mij vragen hoe het met onze jongste dochter is, kan ik me soms niet inhouden te zeggen dat ze toch echt wel bijzonder goed kan lezen. Hollands als ik ben voeg ik er meteen aan toe dat rekenen een ander verhaal is, maar dat lezen, dat is me wel wat.

 

Ja, dat is altijd zo. Met twee oudere zussen,’ is steeds het antwoord van mijn gesprekspartner, ‘zo’n derde kind gaat dan zo makkelijk in die stroom mee en ontwikkelt zich zo snel.’ Dan ben ik even stil. Ik wil zeggen dat haar oudste zus niet eens kan lezen dus dat daar weinig hulp vandaan komt op dat vlak. Ook wil ik toevoegen dat er in haar klas vast nog wel een paar kindjes zitten met oudere broers en zussen en dat die toch echt niet op haar niveau zitten. Ik wil zeggen: gun mij nou even mijn moment, joh. Mag ik ook eens naast mijn schoenen lopend trots zijn op mijn kleine prinses? Geef haar applaus, ze verdient het.

 

Maar dat slik ik allemaal weg. Want opscheppen hoort niet tenslotte.

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach