Olga was eindelijk zover dat ze aan scheiden durfde te denken

 

‘En toen kwam dit bericht waarna niets meer ooit hetzelfde zou zijn.’

 

 

 

‘Ons huwelijk was ‘op’ en werd ‘niet meer geconsumeerd’ zoals dat zo mooi heet. We waren zelfs het punt voorbij van ergernissen en onenigheid. Alsof we ook daar geen fut meer voor hadden. Aan intimiteit met hem kon ik niet eens meer denken. Ik had het niet meer op kunnen brengen om zelfs maar te zoenen. En toch was weggaan, er een einde aan maken, nog niet zo makkelijk. De kinderen – hoewel al lang en breed volwassen, maar toch -, de kleinkinderen, het huis, de inboedel, onze pensioenen, ons sociale leven, ons leven samen sinds onze schoolbanken, familie, vrienden, herinneringen, kerstavond…

 

Ik was er al met al twee jaar mee aan het puzzelen geweest hoe dit moest. Was ook al bij de notaris geweest en bij een advocaat. Had er veel met een bevriend stel over gesproken hoe we dit aan moesten vliegen zonder in een vechtscheiding te belanden en wat de opties waren qua huisvesting voor ons allebei. Toen ik eindelijk voor me kon zien hoe de rest van mijn leven zou kunnen worden en dat er nog zo veel mogelijkheden en kansen waren, voelde ik me sterk genoeg om erover te beginnen. Ik had gevraagd of hij die avond vrij kon houden omdat ik met hem wilde praten – en praten liet hij me toen het zover was.

 

Hij onderbrak me niet een keer toen ik vertelde waar ik me de laatste twee jaar op had voorbereid en hoe ik tot een oplossing was gekomen. Pas toen ik vroeg of hij me wel hoorde, of ik tot hem door was gedrongen en of hij besefte wat de consequenties zouden zijn van mijn besluit, schraapte hij zijn keel en kwam het hoge woord eruit.

 

Ik was niet de enige die eenzaam was in dit huwelijk, zei hij. Want ook hij voelde zich al jaren niet meer gehoord en niet meer gezien. We waren zo ver afgedreven dat ik niet eens had opgemerkt dat hij zich al tijden niet in orde voelde. Dat hij een ongerust gevoel had gehad en een paar maanden geleden bij de huisarts was geweest. Dat die hem verder had gestuurd naar het ziekenhuis waar hij was begonnen bij de neuroloog en geëindigd bij de oncoloog. ‘Grappig,’ zei hij, ‘dat je uitgerekend nu over scheiden begint. Als je dat niet had gedaan, had je niet eens geweten dat ik volgende week de uitslag van alle onderzoeken krijg.’

 

We gingen samen naar het ziekenhuis. Zaten samen aan het bureau van de oncoloog die de diagnose op tafel legde: een hersentumor, niet operabel, moeilijk te behandelen. Wat er nog wel aan mogelijkheden was, zou zijn leven hooguit een jaartje kunnen rekken. Maar dat jaar hoefde niet meer voor hem. Het was goed zo.

 

In de weken die volgden raakten we ondanks, of misschien wel dankzij, zijn naderende einde aan de praat. Eerst nog wat oppervlakkig en onwennig, daarna steeds intensiever.

 

Toen hij twee maanden na mijn aangekondigde scheiding overleed hadden we meer samen besproken, gehuild en tussen de bedrijven door ook gelachen, dan in de laatste tien jaar bij elkaar. Daar ben ik dankbaar voor. Maar ook heel verdrietig omdat we zijn naderende einde nodig hadden om met elkaar te delen wat er gewoon was, maar wat we al die jaren niet meer hadden kunnen zien.’

 

Olga’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.