‘Mijn moeder was juf op onze dorpsschool’

 

‘Toen ze ook mijn juf werd, werd ik onderwerp van roddel en pesterijen.’

 

 

 

‘Mijn moeder was juf op onze dorpsschool, een klein schooltje in het katholieke zuiden waar de helft van de onderwijskrachten – we schrijven de zestiger jaren – non was. Er waren geen dubbele klassen en geen grote klassen. Alle meisjes uit hetzelfde geboortejaar zaten gewoon samen in een klas, wat in mijn geval betekende dat er maar zestien kinderen in mijn klas zaten omdat er niet meer meisjes in mijn jaar geboren waren.

 

Mijn moeder had nog wel geprobeerd om iets met de hoofdzuster te regelen. Even een jaar een andere klas zodat ik niet bij haar in de klas zou komen. Maar de non vond dat alle kinderen gelijk waren en wilde niet meewerken, waardoor ik, toen ik naar de vierde klas ging – het jaar dat ik tien werd – bij mijn moeder in de klas kwam.

 

Van tevoren hadden we het er samen over gehad dat ze mij gewoon net als alle andere kinderen moest behandelen, want als de indruk zou ontstaan dat ze mij voortrok zou daar gedoe van komen. Achteraf was het onzin om te denken dat ik gewoon één van de kinderen was, want ik was natuurlijk in de eerste plaats háár kind. Hoewel ik altijd een goede leerling was geweest, werden mijn prestaties opeens in twijfel getrokken en was ik om de haverklap onderwerp van roddel en pesterijen. Sommige klasgenootjes gingen me buitensluiten omdat ik vast alles wat ik zou horen zou doorvertellen aan mijn moeder.

 

Tegen de tijd dat de kerstvakantie begon was het geen doen meer. Ik was er slecht van gaan slapen en mijn moeder lag er wakker van.

 

Op de eerste schooldag na de vakantie vroeg mijn moeder aan alle meisjes om stil te zijn omdat ze iets belangrijks te bespreken had. Binnen een paar seconden kon je een speld horen vallen in de klas. Ik wist niet wat er gebeuren ging, maar kreeg er wel bij voorbaat de kriebels van. En jawel. Mijn moeder begon te vertellen dat het voor haar en voor mij niet makkelijk was, zo samen in de klas. Ze wilde iedereen wel wijsmaken dat alle meisjes voor haar gelijk waren, maar dat was de waarheid niet. De waarheid was dat ze iedereen lief vond maar dat ze van mij heel veel hield. Ze vertelde ook dat ze heel erg haar best deed om iedereen gelijk te behandelen. En dat dat soms moeilijk was. Want toen ze zag dat ik werd buitengesloten, alleen maar omdat ik haar kind ben, deed haar dat veel pijn en wilde ze toch extra lief voor mij zijn. Ze hoopte dat de pesterijen nu voorbij zouden zijn en dat we de rest van het schooljaar hetzelfde met elkaar zouden omgaan als toen we in de vorige klas zaten.

 

Ik heb me nooit erger voor mijn moeder geschaamd dan die dag. Maar achteraf, toen ik eenmaal volwassen was, bewonder ik haar er enorm voor, want er was moed voor nodig om je als juf zo kwetsbaar op te stellen.’

 

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.