May ziet een bijzondere familie in het vliegtuig

 

Tijdens de vlucht delen ze een heel mooi moment. Een moment van herkenbaarheid.

 

 

Schuin tegenover ons zit een bijzondere familie. Ik zie ze, herken ze en lees ze. Ik weet dat ze besproken hebben of vliegen wel zo’n goed idee is. En of ze dan met de hele familie een lange rij zullen boeken of dat het misschien beter is om twee rijtjes achter elkaar te reserveren. Ik weet dat ze haar favoriete serie hebben gedownload. Ik weet dat ze de iPad lang hebben opgeladen. Ik weet dat ze pas echt rustig zullen ademhalen als we straks geland zijn. Ik weet het, omdat zij zijn als wij.

 

In haar vliegtuigstoel is een speciaal tussenstoeltje gezet. Haar moeder heeft een hydrofiel-luier klaarliggen waarmee ze de mond van haar dochter afveegt. Haar vader, aan de andere kant van haar, houdt de iPad met gestrekte arm vast. Dat de leren beschermhoes steeds op het hoofd van opa op de stoel ervoor valt, is niet erg. Af en toe kijkt hij achterom naar zijn kleindochter. Met een blik zoals alleen grootvaders naar kleindochters kunnen kijken. Ik denk aan mijn vader, die altijd als onze Flo iets doet wat echt best raar is ‘Ach, die schat’ zegt.

 

Er pruttelen kleine geluidjes uit het mondje van het meisje als we opstijgen. Zou ze bang zijn? Of gewoon opgewonden? Haar vader neemt haar eventjes op schoot.

 

Ik kijk naar Flo naast me. Ze kijkt De Kleine Prinses op mijn telefoon en heeft zowaar mijn oortjes in waardoor het muisstil is. Als je haar zo ziet, lijkt er niets aan de hand. Als de vader van het meisje naar me kijkt, wil ik hem toeknikken en zeggen dat ik hen voel. Dat het oké is. Dat niemand, niemand, niemand last heeft van het gepruttel en gestoei op rij zes en zeven. Maar hij denkt dat ik een niets-aan-de-hand-moeder-ben. Met meisjes die op hockey zitten. En op pianoles.

 

Als we langer boven Lelystad cirkelen, heeft Flo er genoeg van. De gordel moet af en harder dan nodig roept ze om Gilbert, een knuffelbeer waar ze haar zinnen op heeft gezet. Ik zie de vader van het meisje omkijken. Naar mij, naar Flo.

 

Ineens denk ik aan Sebastiaan, een jongen bij wie ik in de klas zat op de kleuterschool. Hij had als enige in de klas een bril en dat was geen feest. Maar toen kwam er een moment waarop ik met plus vier en een stevig montuur in de deuropening verscheen. Mijn moeder zegt nog vaak dat ze nooit iemand zo blij heeft zien kijken als Sebastiaan toen. Gewoon omdat hij zich herkend voelde. Nou herinner ik me de blik van Sebastiaan niet, maar nu ik even, twee drie seconden maar, een moment heb met deze man, denk ik dat zijn blik er een beetje bij in de buurt komt.

 

 

 

 

Door: Margreet Botter

Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze is al een leven lang bezig zichzelf en de wereld een beetje beter te begrijpen en deelt de lessen die ze opdoet graag met anderen. Al was het, zo zegt ze zelf, alleen om soms te toetsen of ze niet helemaal gek is…

Afbeelding van Margreet Botter