ik wil het even met je hebben over het fenomeen groeten

 

En iets specifieker over het groeten van onbekenden.

 

 

Mensen die aan de overkant van de straat lopen, dat werk. Nu wil ik niet zeggen dat ik als een soort Crocodile Dundee (weet je nog, die scène waarin de hoofrolspeler vanuit de bush ineens in hartje New York belandt en iedereen die hij passeert met een vrolijk  ‘G’day’ begroet en natuurlijk nul respons krijgt) door de straten wuif, maar groeten is gratis en het is gezellig, dus waarom ook niet.

 

Toch zijn er mensen die dan niets terug zeggen. Sommigen kijken je wel recht aan, maar een woord uit de mond laten rollen, ho maar. Zelfs een knikje of een lachje lijkt er niet vanaf te kunnen. Ik vind dat bijna knap, want ik zou me er zo ongemakkelijk bij voelen.

 

Er zijn een paar mensen in mijn leven die ik vaak passeer (een buurvrouw op het strand die een paar huisjes verderop resideert) en groet waar nooit een antwoord op komt. Omdat ik het raar vind niets te zeggen, blijf ik door goedemorgen-en of knikken, en misschien ook omdat ik benieuwd ben of er ooit een reactie zal komen.

 

Toen ik afgelopen weekend de moed had opgegeven, wuifde ik naar een vriendin die iets verderop aan kwam lopen. Haar strandtas onder haar arm, kind in de linkerhand. Joehoe, deed ik met mijn rechterarm. ‘Hoihoi.’ En wat denk je dat er gebeurde? De structureel niet-gedagzegger stak haar hand op en zwaaide. Naar mij! Dus dat is de strategie als iemand niks zegt. Gewoon zwaaien naar iemand anders. Dan zit je sowieso safe en als diegene terugzwaait, is het mooi meegenomen.

 

Fijne dag,

May-Britt

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach