‘Het verlangen naar hem blijft altijd’

 

Lisanne (46): ‘Snotziek en met mijn jas over mijn oude joggingbroek en uitgewoonde trui ga ik de deur uit op weg naar de huisarts.’

 

 

‘Op nog geen twee meter afstand loopt een man langs. Mijn hart krijgt een instant opdonder. Victor! Mijn onmogelijke liefde van vroeger, wat doet hij hier in hemelsnaam??? Hij woonde toch met vrouw en kinderen in Amerika, waar hij buitengewoon goede zaken deed? Maar ik heb mijn lenzen niet in, dus misschien vergis ik me. Omdat ik het raar vind om hem te achtervolgen, ga ik aan de overkant van de straat lopen. Hem roepen durf ik niet. Twee straten verder staat hij op de hoek stil bij een auto. Ik steek over en we kijken elkaar aan. ‘Lisanne?’ vraagt hij. Wat een pech dat ik er zo slonzig bijloop, denk ik nog, en dan verdwijn ik in zijn omhelzing. Een kwartier te laat kom ik behoorlijk in de war bij de dokter binnen, die constateert dat mijn bloeddruk aan de hoge kant is…

 

Victor. Helemaal mijn type niet. Zo’n keurige jongen uit een goede familie. We leerden elkaar kennen in het café in Utrecht waar ik als student werkte, hij hing daar vaak aan de bar met wat vrienden en flirtte graag met me. De onenightstand, die onvermijdelijk was, kreeg keer op keer een vervolg, terwijl hij een vaste vriendin had. Heel onhandig werd ik toch verliefd op hem, écht heel erg verliefd. Als hij dat ook gewild had, was ik voor altijd bij hem gebleven, maar ja, hij had andere plannen. Net twintig was ik eigenlijk de minnares van een gebonden man.

 

Nadat hij op een keer ’s ochtends bij mij uit bed gestapt was en ik hem ’s avonds met haar op een feest tegenkwam heb ik afstand genomen. Ik voelde me toen zo rot, die pijn wilde ik niet voelen. Veel rationeler dan ik me voelde, hield ik mezelf voor dat Victor zo’n man was die altijd vreemd zou blijven gaan. Een maand later studeerde hij af en dan zou hij uit mijn leven verdwijnen. Naar zijn afscheidsborrel ben ik nog gegaan, hij keek me aan en zei: ‘Ik zal ons nooit vergeten.’ Toen gaf hij me tussen al die mensen een korte, maar totaal ongepaste zoen op mijn mond.

 

Hij ging samenwonen. Via een vriend hoorde ik nog dat dat niet lang geduurd had en dat was dat. Twee jaar later las ik in de krant dat hij getrouwd was. En nu stonden we daar ineens, op straat, hij nog altijd even keurig en ik als pas gescheiden Ma Flodder. Victor was terug. En dat niet alleen, hij vertelde dat hij sinds kort bij mij in het dorp woonde… Op de manier waarop hij me aankeek zag ik wat hij allemaal dacht. Dat maakte me heel onrustig, al mijn herinneringen kwamen terug. Hij was nog steeds honderd procent Victor, de man met wie ik in een ander leven stiekem graag heel gelukkig was geworden.

 

Hij stuurde me meteen een verzoek om Facebook-vrienden te worden. Daarna kwamen de berichtjes. Over vroeger. Hoe we ’s nachts zingend door de regen liepen. Een foto van ons samen die ik nog nooit gezien had. Dat hij nog vaak aan me dacht als hij seks had. Kortom, hij haalde alles uit de kast, soms nog wel, maar ik laat me niet verleiden. Kost me veel moeite. Ik verlang naar hem. Nog steeds. Toch begin ik er niet aan, omdat ik weet dat ik altijd degene zal zijn die met lege handen achterblijft. Dat mijn nieuwe yogajuf zijn ontzettend aardige vrouw bleek te zijn, helpt daar enorm bij. Als ik haar zie denk ik: eigenlijk is Victor natuurlijk gewoon een grote sufferd en ons niet waard.’