Lekker lezen

 

Hoe kan dat nou? Kinderen lezen steeds minder. Tot negen jaar gaat het goed, daarna stort het lezen in, hoor ik op het nieuws.

 

 

De Mac springt eropin: geen plastic frutsels meer bij de ‘Gelukkige Maaltijd’, maar een boekje.

 

De enkele keren dat ik daar met mijn kinderen was, raakte die plastic ellende meteen zoek in de auto, of ging kapot. Troep. Net als dat eten. Troep. Daar blijf ik bij. Leuk voor een keer, maar in vredesnaam niet wekelijks. Niet eens maandelijks.

 

Er ging een opwindende en prachtige wereld voor me open toen ik het lezen eenmaal onder de knie had. Twee keer per week haalde ik verse boeken uit de bieb. Op school kregen we elke dag een uur leesles. Om beurten hardop, tot je een fout maakte, dan was je af. Ik weet nog hoe we lazen over twee jongens die in een bootje op zee verdwaald waren. Met aan boord slechts twee sinaasappels, die ze met schil en al opaten. En toen verloor een van de jongens ‘het bewustzijn’. Wat was hij dan in vredesnaam verloren, zo vroeg ik me af. Ik had als zevenjarige geen idee wat dat was. Aan de juf vroeg ik het niet, omdat zij vaak zei dat ze niet begreep waarom wij iets niet snapten. ’s Avonds vroeg ik het mijn vader, die nooit een vraag gek vond. Flauwgevallen dus, wat het verhaal nog zieliger maakte. Ik ben dat ‘het bewustzijn verloren’ nooit meer vergeten.

 

Mijn ouders lazen ons voor, maar toen ik het eenmaal zelf kon, hoefde dat voor mij niet meer. Anders moest ik zo lang wachten tot ik de afloop wist. Ik had een tante en een moeder die hun boeken hadden bewaard. Die heb ik nog steeds, een lange plank vol, en ik koester ze. Als ik er eentje herlees, ben ik weer dat meisje van vroeger. Heerlijk. Dat taalgebruik alleen al: ‘Zullen wij saampjes gaan stadten Doppie?’ ‘O dolletjes Moes!’ Het boek van de foto heb ik ook nog: Onwankelbaar… over het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Zo spannend.

 

Mijn jongste las ik zelfs voor tot zijn dertiende. Vonden we allebei leuk. Ik heb nog steeds spijt van mijn ‘Uh…word je hier nu niet een beetje te groot voor?’ Hij keek wat beteuterd, al weet hij dat gelukkig niet meer. Onze kinderen lezen hun kroost ook voor. Dat is er kennelijk vroeger toch ingebakken. Kinderen worden er taalvaardiger van en het zijn rustmomenten.

 

Dit is wel weer heel erg een ‘vroeger’-stukje, maar ik zou het ieder kind gunnen dat er veel met hem of haar wordt gelezen. Wat maakt nou dat kinderen in deze tijd blijkbaar niet meer zelf een boek pakken (al zullen er zeker uitzonderingen zijn)? Internet? Tik Tok? Op welke leeftijd stopt het voorlezen tegenwoordig? En wat ik me nu afvraag: is het echt zo? Lezen jullie kinderen en kleinkinderen vanaf negen jaar geen boeken meer? Ik kan dat bijna niet geloven. En zou dat boekje bij de Mac gaan helpen? Binnenkort is het Kinderboekenweek. Ik ga me uitleven. Alle zes (binnenkort zeven) kleinkinderen krijgen een boek van oma, die het dan voortaan wel met één rib minder in haar lijf doet!

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel