Laat me maar lachen

 

Wat kun je toch lachen met mensen, hè? En dan vooral op televisie.

 

 

Ik zie soms mensen overvallen worden op straat, voor een heel klein interviewtje, en dan gaat het opvallend vaak verkeerd. Door de zenuwen misschien? Maar je kunt je dus afvragen of het dan nog wel uitgezonden moet worden. Moet je die mensen eigenlijk niet beschermen dan? Ik stel mezelf die vraag best vaak als ik zit te kijken.

 

Als een journalist aan iemand vraagt waarom hij niet gewoon binnenblijft tijdens een intelligente lockdown – en waarom hij dus nu niet alléén boodschappen gaat doen, maar gezellig samen met zijn vriendin – en ik hoor zo iemand dan antwoorden: ‘Ik bén geen boodschappen aan het doen. Ik ga met mijn vriendin alleen maar even naar deze winkel.’ … dan zou ik eigenlijk in een deuk willen liggen. Maar ik doe het maar niet. En ik vind eigenlijk dat je deze mensen moet beschermen. Je zult jezelf maar terugzien op tv op die manier.

 

En zo hoorde ik laatst bij The Voice of Holland iemand zeggen: ‘Mijn naam is huppeldepup, ik ben zeventien jaar, en ik zong al toen ik nog een kind was.’ Maar dat mag dan wél weer uitgezonden worden, want dat vind ik hilarisch. Alsof je nu geen kind meer bent! Hahaha.

 

Net als iemand die te horen krijgt dat resomeren eindelijk is toegestaan, en die dan meteen vraagt: ‘O? Waar moet ik dan zijn? Kan ik mijn vader daarvoor opgeven?’ Ik moet daar heel erg om lachen.

 

Maar als ik iemand hoor zeggen dat ze in coronatijd niet alleen gaat shoppen, omdat haar gezin nu eenmaal ontzettend belangrijk voor haar is, dan heeft het weer iets triests. Dan lach ik haar niet uit, omdat ik denk dat je het dan echt niet begrepen hebt. Maar grinniken mag dan wel, toch?

 

‘Hoeveel mensen werken hier eigenlijk?’ vroeg een interviewer ooit aan iemand bij het hek van een fabriek. ‘Ehhh… nou… ik denk de helft’, was toen het antwoord. En die had ik graag zelf willen verzinnen.

 

En mensen die vinden dat dat gedoe op de IC’s makkelijk te verhelpen is door gewoon om zes uur ’s ochtends alvast je handdoek op een bed te leggen, die vind ik ondanks alle ellende ook wel weer grappig. Maar iemand die per ongeluk tegen een agent roept: ‘Echt niet! Ik drink nooit met drank op!’ …??

 

Ach, nou ja… die ook! Die maakt deze overtreding, buiten het gevaar om, ook wel weer een beetje lolliger.

 

Nee, dan de president van Amerika die roept dat het vriest en sneeuwt in New York, en dat we daarom de opwarming van de aarde juist heel erg nodig hebben! Is dat nou om te lachen of niet? Ik weet eigenlijk niet zo goed meer wat ik moet denken van deze man, en ik ben blij dat hij weggaat.

 

‘Je hoeft dus niet gek te zijn om in Amerika te wonen,’ hoorde ik laatst iemand zeggen, ‘maar het maakt het wel een stuk makkelijker.’ En daar ben ik het wel mee eens.

 

Maar mijn vriendin die verzucht dat haar mobieltje zo vaak aan de oplader moet dat het eigenlijk weer gewoon een vaste lijn is geworden, die wil ik dan weer omarmen. En Femke Halsema die roept dat ze baalt als een gieter, nadat de onderhandelen weer eens zijn mislukt, ook nog wel. Ik begreep de vermoeidheid, en de ernst van de situatie, maar ik lag toch even in een deuk. Al was dat vast niet wat mevrouw Halsema toen voor ogen had, maar vooruit… lachen is gezond, zeggen ze.

 

Dus ga vooral zo door, lieve mensen!

 

Schaam je niet, maar maak ons maar lekker aan het lachen. Jullie woorden zijn broodnodig naast alle keiharde en ongenuanceerde uitspraken die nu vaak in de media worden gedaan. Dus ik zeg: bedankt!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke