‘Voor hem ben ik blijkbaar goed zoals ik ben, maar omgekeerd is dat niet het geval.’

 

‘Toen ik in de puberteit kwam ging ik zo hard groeien dat mijn ouders er bezorgd om werden. Niet alleen in de lengte groeide ik, maar ook in de breedte. Vergeleken met mijn klasgenoten was ik een enorme reus. Aandacht van jongens kreeg ik totaal niet. Die wilden hooguit met me ‘zuipen’ omdat ik zo goed tegen drank kon. En lachen omdat ik al mijn complexen probeerde te compenseren met humor en ‘lekker gebekt’ zijn. Op een avond hoorde ik mijn moeder tegen mijn vader zeggen dat ze zich toch wel zorgen maakte of ik ooit een man zou vinden. Zelfs de meeste volwassen mannen waren – en zijn nog steeds – kleiner en slanker dan ik ben.

 

Op mijn achttiende verhuisde ik naar Amsterdam om te studeren. Daar was ‘t hetzelfde liedje van veel feesten maar geen enkel vriendje. Ik was op een gegeven moment bijna twintig en nog steeds maagd. Op een avond kwam ik hem tegen in de kroeg. Hij stond te biljarten. Hij was de eerste man bij wie ik me niet het lelijke eendje voelde. Na heel wat biertjes zoende hij me en dat was voor mij voor het eerst. Ik heb echt moeite voor hem moeten doen daarna, maar na een paar maanden kreeg ik hem eindelijk mee naar mijn kamer en gebeurde dat waar ik al jaren naar verlangde.

 

Het ging niet heel snel tussen ons maar hij bleef langskomen als ik het initiatief nam en na een jaar of vijf gingen we samenwonen. Inmiddels zijn we meer dan twintig jaar getrouwd en hebben we twee kinderen die alweer bijna de deur uitgaan. Het gaat niet lekker tussen hem en mij en dat is eigenlijk al jaren het geval. Hij neemt geen enkel initiatief. Nooit. Zit het liefst met een biertje op de bank naar voetbal te kijken en is actief in de tennisclub maar verder gebeurt er niks. We vrijen heel soms, meestal als we op vakantie zijn, en alleen als ik erop aandring. We gaan naar de film soms, als ik het regel. Naar een concert als ik de kaartjes koop.

 

Ik heb het er wel over met vriendinnen, dat ik regelmatig heel erg baal van deze man en dit huwelijk. ‘Begin je er nou weer over?’ zei een vriendin laatst. ‘Je loopt zo vaak over die man te klagen dat ik me echt afvraag waarom je nog bij hem blijft.’ Dagenlang heeft haar vraag me beziggehouden. Waarom blijf ik? Waarom ga ik niet weg? ‘s Avonds als ik niet kan slapen sta ik mezelf weleens toe om te fantaseren over de voor mij ideale man, en ik kan je zeggen dat mijn eigen man daarbij verbleekt. Waarom ik desondanks niet wegga? Ik ben bang dat ik dan de rest van mijn leven alleen blijf. Want welbeschouwd is mijn man de enige die ooit geen probleem maakte van mijn uiterlijk. Voor hem ben ik blijkbaar goed zoals ik ben, maar omgekeerd is dat niet het geval en als ik heel eerlijk ben is het dat ook nooit geweest.’

 

Klaasjes naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.