Isa is zo eenzaam

 

De dochter van Rifka had heel veel zin om na haar eindexamen aan iets nieuws te beginnen. Maar in plaats van een nieuwe start te maken, slaat de eenzaamheid genadeloos toe.

 

‘Ik sta in keuken als Isa binnenloopt. Zwijgend vult ze de ketel met water en zet hem op het gasfornuis. Als ik zo van een afstandje naar haar kijk zie ik de donkere kringen onder haar ogen. Ze slaapt al weken slecht, maar dat is niet het ergste.

 

Isa heeft een paar lastige jaren achter de rug. Ze kon haar draai niet vinden op school en was vaak alleen. Haar klasgenoten vonden haar maar vreemd. Een serieus meisje dat zich niet zo bezighield met jongens en hoe haar make-up eruit zou moeten zien. Daardoor was ze vaak alleen.

 

Ze was opgelucht toen ze de deur van school voor de laatste keer achter zich dicht kon trekken. Op naar een nieuwe toekomst. Maar door corona loopt het allemaal anders. Door alle maatregelen was er geen echte introductietijd mogelijk. Haar medestudenten heeft ze daardoor tot nu toe nauwelijks gezien. Ze is in een groepje ingedeeld met studenten die allemaal ergens anders wonen, waardoor het lastig is om met elkaar af te spreken. En ze is nog nooit in het gebouw geweest om lessen te volgen, alles gaat online.

 

Met haar oude klasgenoten heeft Isa geen contact meer en het is nu onmogelijk om nieuwe vriendschappen aan te gaan. Hele dagen zit ze op haar kamertje achter haar computer colleges te volgen. Ze krijgt nauwelijks uitleg over hoe je dat studeren aan moet pakken, met als gevolg dat ze na weken blokken een drie haalde voor haar eerste tentamen.

 

Wat was ze teleurgesteld toen het cijfer bekend werd. Ze probeerde haar tranen te verbijten toen ze het me vertelde en ik kon haar eigenlijk alleen maar vasthouden. Ik zie wat het met haar doet, die dagen in eenzaamheid op haar kamertje. Ze komt nauwelijks buiten, behalve als ik haar vraag om even met de hond te gaan lopen. Zo af en toe gaan we samen een eindje rijden en dan probeer ik te achterhalen wat er in haar koppie omgaat.

 

Haar bijbaantje in het koffietentje in de stad is ze kwijt. De eigenaar kon het hoofd niet meer boven water houden en heeft de deur definitief moeten sluiten. Haar enige uitje van de week is daardoor komen te vervallen. Ik vind het erg moeilijk om te zien hoe Isa vereenzaamt.

 

Ze had het zich zo anders voorgesteld allemaal. In plaats van nieuwe mensen te leren kennen moet ze het doen met de spaarzame momenten die ze online met haar studiegenoten kan videobellen. En van een nieuwe start in een andere stad komt zo helemaal niets terecht. De verveling slaat toe en naast het studeren hangt ze doelloos voor de televisie of op haar telefoon.

 

Hoewel ik er alles aan doe om het voor haar gezellig te maken, kan ik haar niet bieden wat ze nodig heeft. Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik erger vind: dat ze alleen was op de middelbare school of die verschrikkelijke eenzaamheid waar ze nu mee te maken heeft.’