Kerstvakantie al verpest voordat hij begint

 

Binnenkort heb ik vakantie. Ruim twee weken hoef ik dan geen stukken in te leveren, redacties gerust te stelen, uitgevers te woord te staan, hoofdstukken te corrigeren, websites te vullen, grappig te zijn, een mening te geven, me in te leven, me te verdiepen, en vooral géén – ik herhaal: GEEN – kranten te lezen.

 

 

En dat laatste, daar kijk ik zo naar uit! Heel even geen corona meer. Geen politiek, geen lockdown, geen stijgende cijfers, dalend vertrouwen, grote drugspartijen, geen kleine kinderen die elkaar neersteken. Geen jacht op mensen die ik verfoei door mensen die ik verfoei, geen demonstraties, bomaanslagen, onvrede, nalatigheid, fraude, echt he-le-maal niks meer.

 

Dan zit ik ’s morgens in mijn badjas aan de koffie en staar ik naar de lichtjes in de kerstboom met mijn voeten op een poefje. Die boom die ik nog wel even moet opzetten, maar daar maak ik dan nog wel tijd voor tussen de allerlaatste klussen door die altijd vlak voor de vakantie nog even moeten gebeuren. Alsof iedereen bang is dat je in de vakantie onder de tram loopt en daarna niet meer kunt leveren of zo.

 

Maar ik mag nergens heen hè. En ik háát vuurwerk. Dus de kans dat er iets vreselijks gebeurt, waardoor ik na mijn vakantie niet meer zou kunnen schrijven, is dit jaar aanzienlijk kleiner dan andere jaren. Maar misschien is dat vertrouwen bij iedereen wel een beetje zoek door al die krantenberichten van tegenwoordig waar ik nu ook zo graag van los wil.

 

Ik neem dan na mijn bakje koffie gewoon nóg een kopje koffie, en ga dan eindelijk eens beginnen met deel één van The Crown. Nooit tijd voor gehad, en ondanks dat ik door de kranten allang weet wat er allemaal gaat gebeuren, ga ik nu toch maar eens kijken.

 

En als ik dan alle seizoenen gebinged heb, dan ga ik even de benen strekken. Dan loop ik naar de keuken en dan pak ik een doos chocola. En dan doe ik nog wat tiloefeningen door die doos even boven mijn hoofd te houden, vlak voordat ik hem naast de theedoos neerzet en een kaarsje aansteek voor de mensen die mij dit jaar zijn ontvallen. Heel even neem ik dan eindelijk de tijd om aan ze te denken en daar even om te huilen. En dan hoef ik ze niet allemaal snel weer uit mijn gedachten te duwen omdat ik niet hoef werken.

 

Daarna plof ik dan weer voor de tv en ga ik kijken naar Railaway. Mijn gezin wordt daar helemaal iebel van, maar ik ben al op vakantie als ik alleen maar de begintune hoor. Die sukkelende beelden. Die zachte stem van die voice-over. Ik word er zo relaxed van dat ik eigenlijk niet meer op vakantie hoef zolang dat programma bestaat.

 

En daarna neem ik een bad. Een warm bad dat voelt alsof thuiskom, en daarna maak ik een kop warme chocomel om het afmaken. Dat verfraai ik dan met een stuk appeltaart en een toefje slagroom erop, vlak voordat ik de wijn alvast koud zet voor de avondsessie met mijn opgenomen muziekprogramma’s en alle Twee voor Twaalf-uitzendingen die ik nog steeds niet heb kunnen bekijken omdat ik geen tijd had.

 

En dat alles herhaalt zich dan zo’n dag of vijf. Lekker toch?

 

En dan komt mijn man…

 

‘Gaan we nog naar buiten vandaag?’ Dat gaat hij dan voorzichtig aan me vragen, en ik weet nu al dat het antwoord dan ‘nee’ zal zijn. En de volgende dag zal ongeveer hetzelfde verlopen, en de dag daarna misschien ook nog, maar daarna doet ie het!

 

Dan komt hij binnen, roept hij heel hard ‘fotoshoot!’ en rent daarna razendsnel de kamer weer uit.

 

En, o ja… dan weet ik het weer: ik moet na de vakantie weer op de foto, en voor die tijd moeten natuurlijk al die kilo’s er weer af zijn. Zucht.

 

Hoe je de kerstvakantie dus op voorhand al voor iemand kunt verpesten hè!! Schrijnend, toch?

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke